449 belastte? Of wilde hij den kapitein een paragraaf in de hand geven, waarmede deze, hij tijdelijke ontstentenis van luitenants, zich van het onderricht zou kunnen ontlasten Noch het een noch het ander was noodig geweest. Ik kan in het opzicht van zooeven uit „de algemeene bepalingen" der individueele schietoefeningen niet alles aanstippenover het geheel schijnt mij het voorschrift hier subtiel en klein; ook nu en dan praatlustig en onbeduidend. Zoo 100„Bestaat de „neiging tot ontijdig aftrekken, dan is de man ongeduldig," iemand die logica leert, zegt: het is juist omgekeerd „met het gevolg, „dat hij minder goed schiet en bij het vuren op commando's niet „zelden voortrekt". Er volgt dan verder, dat die neiging moet be streden worden door hem te leeren door het schot te zien. Maar mag ik nu vragen, of het voorschrift den schietinstructeur niet een weinig onderschat met te meenen, dat hij 68 en de wenken der voor bereidende oefeningen nu reeds zou vergeten zijn? Hier ter plaatse schijnen mij die herhalingen tot geen hooger orde te behooren dan die der banaliteiten. En zoo ook gedeelten van volgende paragrafen, waar ik het zwijgen toe doen zal. Bij de schietoefeningen der tweede klasse wordt op de driemans schijf N°. 1 gevuurd, met uitzondering van de 5e oefening, waarin op de driemansschijf N°. 2 geschoten wordt. Voor deze schietklasse geeft het voorschrift in beginsel dezelfde uitstekende bepalingen, die ook een maal in ons oefeningsstelsel werden aangetroffen, maar die sedert ons nieuwste schietvoorschrift zijn vervangen door andere, meer overeen komstig de mode van Spandau. De oefeningen, negen in getal, hebben plaats op afstanden tusschen 75 en 300 M. Ik weet, dat sommige Indische officieren het wenschelijk achten, den infanterist ook op grootere afstanden individueel te oefenen. Zjj eischen dit niet zoo zeer voor de 2e schietklasse ook in de andere klassen wordt niet op verderen afstand individueel geschoten maar achten dit, waar dan ook, als voorbereiding tot het gezamenlijk schieten op grooteren afstand zeer gewenscht. Voor die zienswijze is zonder twijfel iets te zeggen. Zou het in de 2e klasse wellicht ongunstig werken, den man aan oefeningen te doen deelnemen, waarbij hij dik wijls zou moeten misschieten; het is te dikwijls gebleken, hoe, bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 468