451
de le schietklasse.) De 7e en 8e oefening hebben geknield plaats
op 100 en 150 M.; de 9e op 200 M. in liggende houding en met
het wapen opgelegd.
Ik vond in het nieuwe Duitsche exercitie-reglement den wenk op
de korte afstanden het geweer in hec opgelegd schieten tusschen den
boven- en den middenband en voor het schot op middelbare en groote
afstanden het wapen tusschen den midden- en den onderband te onder
steunen (blz. 31 en 32). Zonder te willen beweren, dat die
aanbeveling ook hier moet worden opgevolgd, kan het wellicht
nuttig zijn er acte van te nemen. Voor de oefeningen der 2e klasse,
zoo ook voor die der le klasse is uitsluitend het gebruik der sol-
datenvizieren bevolen. Kan de liefde voor die soldatenvizieren ons
misschien verklaren, waarom individueele oefeningen boven 300 M.
in deze schietopleiding zijn buitengesloten, dan schijnt mij die naam
wat duur gekocht. Wordt aan de voorwaarde van overgang niet
voldaan, dan begint de schutter weder met de eerste oefening der
tweede klasse; in welke oefening alle schutters der 2e klasse terug
geplaatst worden bij den aanvang van een nieuw schietseizoen.
„De oefeningen der le klasse dienen om de individueele bedrevenheid
„in het schieten op te voeren en tot het vormen van scherpschutters".
Van de richting op den onderkant, ook hier, en van de vele
schijfsoorten sprak ik reeds. Ook deze klasse telt 9 oefeningen. Ze
zijn 100 M. staande op de cirkelschijf; 100 M. staande, figuurschijf;
150 M. knielende, figuurschijf; 150 staande, cirkelschijf; 100 M.
knielende, kopschijf; 200 M. liggende, uit de vrije hand, driemans
schijf N°. 1; 150 M. staande, cirkelschijf; 300 M. knielende, drie
mansschijf N°. 2 en 100 M. staande, cirkelschijf. Hoewel aan het
toekennen der waarden aan de treffers en dus aan de overgangs-
voorwaarden van iedere oefening eenige, misschien onvermijdelijke,
willekeur ten grondslag ligt, zoo is men bij het trekken van de lijn,
altijd met oordeel te werk gegaan, en veelal op het voordeel van
den schutter bedacht geweest; bij berekening, vindt men voor de
gestelde eischen niettemin een hoogeren graad van geoefendheid be-
noodigd dan voor de le klasse van het voorschrift van 1878. Zoo'n
vergelijking kan natuurlijk slechts een oppervlakkige zijn, men
moet haar wat ruim nemen.