461
4. „Het streven moet zijn, vooral het kader minstens tot prevot
„op het geweer op te leiden."
Ieder korporaal en onderofficier moet onderwijs kunnen geven in
het schermen (zie de volgende Daartoe behoort ieder korporaal prevot,
ieder onderofficier meester op het geweer te zijn. Dit op te nemen
in het programma van examen voor die graden, acht ik zeer wenschelijk.
Het eerste doel behoort te zijn goede instructeurs te vormendaarna
kan het onderwijs eerst vruchten dragen. Twee of drie onderofficieren,
goede schermmeesters en doorkneed in het vigeerende schermvoorschrift,
der kaderschool zouden daartoe noodig zijn. Na verloop van een
twee- of drietal maanden kunnen de daar gevormde onderofficieren,
over de verschillende korpsen verdeeld, het onderwijs van het kader
leiden. En eerst dan kan met vrucht het onderwijs bij de compagnieën
plaats hebben.
5. Laatste alinea is onduidelijk. Dit mag niet zijn.
8 begrijp ik niet. Is dit mijn schuld Er staat: „Het onderricht
„wordt zooveel mogelijk individueel gegeven, nooit aan meer dan 8
„man tegelijk."
12. „De onderwijzer oefent de manschappen in het vlug toe
brengen van krachtige, juist gerichte stooten."
Juist zoo! Doch 14, 2° al. is daarmede in strijd, alwaar gezegd
wordt, dat bij het trekken de stooten slechts aangetoond worden. Ik
kom daarop straks terug.
Het stooten op ballen en schijfjes 156 Recrutenschool) is eene
onnutte oefening. Het doel, dat de tegenstander aanbiedt, hoofd,
borst en buik is zóó groot, dat bedoelde ballen of schijfjes, die
onder de oefening in sterk schommelende beweging zijn, eene ver
keerde voorstelling van het in de werkelijkheid te raken doel geven.
De onderwijzer, die de stooten en uitvallen instrueert, plaatst zich, des
noods voorzien van een borstlap, tegenover den man en beoordeelt,
of de stoot voldoende gericht is. De leerling is dan gewapend met
het bajonetschermgeweer.
18 „hij prent hem in dat hij steeds aanvallender wijze
„moet te werk gaan"Een ieder, die prevot of meester op
het geweer is, behoeft zich slechts de moeite te getroosten, een geweer
in handen te nemen, zich te stellen tegenover iemand, gewapend
