477 tot wien alleen hij zich wendt over alle zaken, tot welken tak van dienst zij ook mogen behooren. De chefs van diensten, welke geen deel uitmaken van de militaire administratie, correspondeeren in zaken van zuiver technischen, ad ministratieven of comptabelen aard met de ministers, onder wier ressort zij dienen, doch steeds door tusschenkomst van den opper bevelhebber. De minister van oorlog onderwerpt alle zaken,-op algemeene toe standen betrekking hebbende, aan de beraadslagingen in den minis terraad, waar hij de debatten leidt. Hij deelt aan de ministers afzonderlijk mee, alles wat meer bepaald tot hunne afdeeling behoort, onder overlegging van de voorstellen en adviezen van den opperbevelhebber in Afrika, wien hij eveneens de beschikkingen zendt van de betrokken ministers. De civiele regeeringscommissaris te Massowa is ter beschikking van den opperbevelhebber en maakt deel uit van het hoofdkwartier. In geval van dringenden nood en in het algemeen belang van den dienst heeft de opperbevelhebber de bevoegdheid om, op de wijze die hem het geschiktst voorkomt, en zelfs door gebruik te maken van het personeel der land- of zeemacht, te voorzien in de behoeften van eenigen tak van dienst, totdat de bevoegde minister er over beslist heeft. Bij afwezigheid of ziekte van den opperbevelhebber wordt hij tijdelijk vervangen door den hoogsten in rang of bij gelijkheid van rangen door den oudsten aanwezigen officier van de land- of de zeemacht. Bij militaire operatiën buiten Massowa echter wordt het bevel steeds opgedragen aan den hoogsten in rang of oudsten aanwezigen officier van de landmacht. In de bezitting Assab ten Z. van Massowa treedt als garnizoens commandant op de hoogst in rang zijnde of oudste officier van de land- of van de zeemacht, daar aanwezig. Deze militaire commandant is tevens regeeringscommissaris. Hij regelt alle diensten, doch is rechtstreeks ondergeschikt aan den opper bevelhebber in Afrika. Wat de discipline aangaat, is den opperbevelhebber toegekend de bevoegdheid van een commandant van een legerkorps ten opzichte van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 496