478 de landmacht, en die van een commandant van een maritiem arron dissement ten opzichte van de zeemacht. De civiele ambtenaren, onder welken minister zij ook behooren, kunnen door den opperbevelhebber gestraft worden met waarschuwing en met schorsing. Telkens wanneer de staat van oorlog in Massowa of in eenig ander deel van de Afrikaansehe bezittingen wordt afgekondigd, zal de opper bevelhebber aldaar de bevoegdheid en de macht hebben, welke voor dien toestand zijn omschreven in het militaire strafwetboek en in ver schillende militaire wetten en reglementen. Bij Koninklijk Besluit van 7 Juni 1886 werd te Napels een centraal depot voor de troepen in Afrika opgericht. Deze oprichting had plaats, omdat 1° de ondervinding geleerd had dat de goede werking van de diensten der militaire administratie en der comptabiliteit slechts verzekerd is door eene strenge en voort durende controle en 2°. dit resultaat niet anders kan worden verkre gen dan door een zelfde dienstvak te belasten met de zorg voor het administreeren van de soldijen en het materieel van de troepen in Afrika. Daardoor toch werd het mogelijk de uitgaven van verschil lende diensten enz. in eene hand te concentreeren, terwijl de comp tabele verantwoording van de legerkorpsen, die contingenten naar Afrika moesten zenden, er zeer door vergemakkelijkt werd. Het centraaldepot administreert het geheele personeel, dat op de kust van de Roode Zee gedetacheerd is, benevens het benoodigde materieel. Het wordt gecommandeerd door een kolonel van de In fanterie; het verdere officierspersoneel behoort grootendeels tot de Intendance, terwijl het aantal minderen bedraagt: 3 onderofficieren, waarvan 1 sergeant-majoor, 1 fourier, 3 korporaals en 22 soldaten. II. Centraaldepot voor de troepen in Afrika. III. Soldijen en indemniteiten. Als entrée de campagne geniet: een generaal kolonel f 1000 f 500

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 497