88
Men zegt wel eens dat men aan de cavalerie hare voortvarenheid
ontneemt of daaraan afbreuk doet, door de rijkunstige bekwaamheden
te vervolmaken, dat een kostbare tijd met die bezigheid verloren
gaar en dat het niet noodig is knappe en nette ruiters te hebben,
doch slechts flinke ruiters, die juist genoeg kunnen rijden om in de
verschillende gangen te paard te blijven; en dit zou dan genoeg zijn
om te velde te trekken.
Deze redenering vinden wij eene drogreden want niet alleen, dat
zulk een ruiter zijn paard vermoeit, maar hij bestuurt het niet eens;
hij is de baas niet en in het oogenblik der actie kan men niet op
hem rekenen, waDt hij wordt meegenomenMen kan toch niet zeggen,
dat er geen aanval, geen handgemeen meer zal zijn waarin het op
juiste en vlugge besturing aankomt In Europa doen de beste militaire
geschriften, de nieuwste wijze van verkennen en de algemeene rich
ting om cavalerie-massa's ie conceutreeren voorzieD, dat de eerst
volgende veldslag door groote cavaleriegevechten zal geopend worden
Niet alleen, dat de cavalerie geroepen is om onverwachts op te treden,
doch het is te voorzien, dat de veldslag hare normale taak zal worden
en dat telkens als er moet worden verkend, zij het gordijn der vijande
lijke cavalerie zal moeten doorbreken.
In Indische oorlogen zal dit wel zoo spoedig niet voorkomen, tenzij
te eeniger tijd tegen een Europeesehen vijanddoch tegen welk doel
de cavalerie ook ten aanval rijdt, hetzij gesloten of verspreid, de
ruiters moeten hunne paarden met juistheid besturen.
Men zou dus onvoorzichtig zijn om door sommige vergemakkelijkingen,
die niets vóór hebben, dan een bedriegeljjken schijn, het moeilijke
van het onderwijs te willen ontgaan; het zou zijn het vraagstuk
ontwijken .en niet oplossen.
Het buitenrijden en de lange velddienstoefeningen moeten zeer zeker
voor de manege-dressuur niet ten achter staan, dit is de bedoeling niet.
Men zou hierdoor aan deze beschouwingen eene verkeerde uitlegging ge
ven. Maar wanneer wij hebben aangedrongen op de noodzakelijkheid om
het rijkunstig onderwijs niet uit het oog te verliezen, dan is dit eene waar
schuwing om zich niet te bepalen tot eene al te elementaire rijkunstige
opleiding, om de manege-dressuur niet geheel ter zijde te stellen
voor het buitenrijden, en het eene niet aan te houden ten koste van