MEDEDEELINGEN OMTRENT DE INFANTERIEBE- WAPENING YAN VERSCHILLENDE LEGERS. Nederland, In de laatstverschenen aflevering van den Militairen Spectator geven de heeren H. en B. eene duideljjke beschrijving met even duidelijke schetsen van de wijzigingen, die het Nederlandsche Infanteriegeweer heeft ondergaan en van de nieuwe bepakkingswijze van den Nederlandschen Infanterist. Vertrouwende daardoor de algemeene aandacht op die beide zaken te vestigen, ben ik zoo vrij eenige hoofdzaken uit dat opstel over te nemen. Het volgens Vitali tot repeteerwapen getransformeerd geweer klein- kaliber, stelsel De Beaumont, zal voortaan genoemd worden „Model 71/88". Het heeft een ijzeren magazijn voor vier patronen, met zijn bovendeel bevestigd in eene overlangsche sleuf, die in den onderwand van het staartstuk en het daar beneden gelegen deel der lade uit gesneden ishet onderdeel steekt onder de lade uit. Behalve de 4 patronen in het magazijn kan het geweer nog eene 5e patroon in zijne kamer opnemen. Het magazijn kan met een geheel pakje van vier patronen worden geladen, maar de patronen kunnen er ook éen voor één in worden geplaatst. Zoowel met ledig als met gevuld magazijn kan het geweer als gewone achterlader gebruikt worden. Alnaarmate van de behoefte kan het repeteermechanisme door middel van een repeteerknop in of buiten werking worden gesteld. De sluittoestel heeft verschillende veranderingen ondergaan, waaronder de voornaamste zijn: wijziging van den haan en den afsluiter, plaatsing van een patroontrekker aan de rechter- en van een patroonuitwer- per aan de linkerzijde van den afsluiter, vervanging van den aftrek door een anders geconstrueerde plaatsing van eene versterking tegen de rechterzijde van den bak, boring van gasontsnappingskanalen in het vooreind van het staartstuk en in den afsluiter en wijzigiDg van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 501