484
patronen, die rechtstandig met de kogels naar beneden worden ge
plaatst; de middelste rij steekt iets boven de andere uit. De lin-
kertasch bevat zes houders, elk gevuld met 4 patronen. De achtertasch
dient tot berging van 4 pakjes, elk van 10 patronen. In den ransel
draagt de soldaat 6 reservehouders. De geheele munitievoorraad
weegt 4,5 KG. Volgens het Militair Blad worden 50000 Beaumontge-
weren getransformeerd, hergeen vóór het einde van dit jaar geschied
zal moeten zijn.
Duitschland. In dit rijk is, naar men zegt, reeds een repeteer
geweer van zeer klein kaliber aangenomen. Nadere bijzonderheden
kunnen niet met zekerheid worden medegedeeld.
Omtrent de bajonet meldt de Allg. Mil. Zeitung het volgende. Aan
het Duitsche D. v. O. zijn voorstellen ingediend tot afschaffing van
de oefening in de bajonetvechtkunst. Wel is waar wordt erkend
dat deze oefening zeer veel bijdraagt tot ontwikkeling van den offen
sieven geest, maar tevens meent men dat het gebruik van het ge
weer als stootwapen wegens de belangrijke verbeteringen, die het
in zijne qualiteit van vuurwapen heeft ondergaan meer en meer
tot de zeldzaamheden gaat behooren. Daarom verdient het overwe
ging, den tijd, die thans aan het bajonetschermen wordt besteed, tot
uitbreiding der schietoefeningen te benuttigen. Naar men verneemt,
is ook het D. v. O. deze zienswijze toegedaan en kan dus de af
schaffing der evenbedoelde oefening elk oogenblik worden verwacht.
De Revue mil. de l'étr. heeft vernomen, dat men in Duitschland
de bajonet ivil laten vervallen en geeft naar aanleiding van dien de
volgende beschouwingen ten beste.
Zal men, om de Duitschers na te doen, ook onzen dapperen,
kleinen krijgers de bajonet ontnemen, waarvan zij zich zoo goed
weten te bedienen, als men hen leert ze te gebruiken?
Men denke daar eens wat over na! Men kan aannemen, dat de
door hooggeplaatste Duitsche officieren geuitte meening volkomen de
overhand zal verkrijgen, en men moet erkennen, dat die meening
geheel logisch is. Het is namelijk onbetwistbaar, dat het tempera
ment van den koelbloedigen Germaan zich veel beter voor het vuur
gevecht eigent dan dat van den Franschen soldaat, met zijn opge-