498 steld, zou de te ondervinden tegenstand grooter zijn; daaraan was niet te twijfelen. De Brauw ging daarom na, of het mogelijk zoude zijn toch dadelijk op te rukken, ondanks het gemis der compagnie vau kapitein Paul, maar hij stootte op den „allerongunstigsten' gezondheidstoestand der troepen. Bij eene geneeskundige inspectie bleek, dat de gansche expeditionnaire colonne niet meer dan 339 man onder de wapens brengen konen zelfs op deze sterkte was geens zins bij eene expeditie te rekenen, want bij eene excursie van de 4e compagnie van het 13e bataljon, die nog 110 man telde, waren niet minder dan 25 man langs den weg blijven liggen. Den 27en October rapporteerde De Brauw, dat zijne colonneaanvankelijk 534 man sterk 21 dooden (16 Europeanen en 5 Inlanders) en 252 zieken (83 Europeanen en 169 Inlanders) had, „terwijl onder „de gezonden nog velen rondloopen die bij een enkelen militairen „marsch ziek zouden worden." Bij het garnizoen van Tebing Tinggi was het „niet beter gesteld." De Brauw bevond zich dus inderdaad in moeielijke omstandig heden. Hij zag het verzet in Ampat Lawang toenemen, begreep dat, hoe langer hij wachtte, hoe moeieiijker het bedwingen van dat verzet wezen zou, en zag zich niettemin tot werkeloosheid gedoemd. Den 18en October 1851 (missive La. K/A, boven ook reeds aan gehaald) schreef hij „Hoedanig de zaken in Ampat Lawang getermineerd zullen „moeten worden, weet ik nog niet. Wanneer de geheele bevolking in „verzet is, dan kan men op een 2 a 3000 weerbare mannen rekenen, „die zeker niet misdeeld zijn van dapperheid en een groot aantal „vuurwapenen bezittendie, tevens gesteund door een boschachtig en „bergachtig terrein, zoodat ieder punt haast gelegenheid schenkt „om versterkingen op te werpen, een hardnekkige verdediging moeten „doen verwachten. Daarbij moet de M o e s i, eene snelstroomende rivier, „worden overgetrokken, zonder dat men overal materialen vindt om „bruggen te slaan, terwijl er geene mogelijkheid zou zijn om deze mede „te nemen. Kon men van Tebing Tinggi uit langs den rechter oever voortgaan, dan was er veel gewonnen, doch daar bestaat noch „weg noch zelfs voetpad, terwijl het terrein sterk doorsneden is. „Ik zie dus tegen eene operatie in Ampat Lawang zeer op,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 517