501 Om Kikim, waar de bevolking zich meer en meer aan onze zijde schaarde, maar de depati van Groonoeng Kerto nog een vijandige houding bleef bewaren en nabij Padoeraksa (tusschen Boenga- maas en Tandjong Auerj eene versterking bezet hield, geheel te onderwerpen, rukte de majoor Pison, met machtiging van den resident, den 27en October van Lahat uit met eene colonne, sterk 215 soldaten en 25 pradjoerits. De versterking te Padoeraksa werd den 29en door eene om trekkende beweging van kapitein Schüm meiketel veroverd, ten koste van drie gewonden, waaronder de 2e luitenant F. J. C. Win- ninger, die aan de gevolgen overleed. Van de zijde van Tebing Tinggi rukte, op denzelfden datum, majoor Meiss met 100 man van de compagnie van kapitein Paul de colonne van Lahat te gemoet. Hij ondervond nergens weerstand en vereenigde zich den 30™ met de colonne Pison. De volgende dagen werd Kikim door de gezamenlijke troepenmacht in alle rich tingen doorkruist, doch er hadden geene vijandelijkheden meer plaats nagenoeg de gansche bevolking onderwierp zich aan ons gezag. Alleen het district Oeloe Pangi (waarin de doesoen Kebon Agoeng gelegen is) bleef nog vijandig gezind. Terwijl aldus in Kikim werd geageerd, meldden zich bij den resident zendelingen aan van Rad j a T i an g A1 a m, zijn aanbod tot onderwerping overbrengende en tevens een onderhoud verzoe kende met Raden Abdoellah, die zich in het gevolg van De Brauw bevond. Die Raden Abdoellah was vroeger divisiehoofd in Am pat La wang geweest, doch door den resident Steinmetz als zoodanig ontslagen. Hij was in die streek zeer gezien en beminddaarom had De Brauw hem medegenomen, daarom werd nu ook zijne tusschen- komst door de Ampat Lawangers ingeroepen, Aangezien de resident een prijs van 500 Spaansche matten op het hoofd van Radja Tiang A lam had gesteld en zijne verzekeringen van onderwerping weinig vertrouwen verdienden, antwoordde de resident hem niet; doch aan de verschillende pasirah's, die grooten- deels te Oedjoeng Ali verzameld waren, liet De Brauw weten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 520