506 detachement van 70 man onder den l011 luitenant H. A.M. Latour en den 2en luitenant C. C. P. Scheepens, door den majoor P i s o n derwaarts gezonden, maakte zich den volgenden dag na een scherp gevecht van genoemde doesoen meester; de luitenant Schee pens en 4 man werden daarbij gewond, 2 man sneuvelden De Brauw besloot nu het district Oeloe PaDgi gewapender hand tot onderwerping te dwingen. Den 18en November rukte majoor Pi son met zijne colonne van Saoengnaga derwaarts op; zonder veel moeite werden, den 20en, de versterkte doesoens Troesan en Paggerdin genomen, en den volgenden dag werd Kebon Agoeng, een der laatste doesoens in Oeloe Pangi, bereikt. In deze doesoen had de vijand al zijne verdedigingsmid delen samengetrokken; zij was buitengemeen sterk gelegen op den 70 voet hoogen oever der Pangi en kon van de landzijde moeielijk genaderd of omgetrokken worden. Hare verovering was dus eene moeielijke taak, doch bleek voor onze troepen niet onmogelijk. Terwijl de colonne de doesoen met granaten be wierp, werd een detachement van 125 man, onder bevel van den kapitein Schüm- melketel, tot den stormaanval aangewezen. Een gedeelte van dat detachement zouonder den 2en luitenant P. A. C. Bloem, de vijandelijke sterkte van de rivierzijde, een ander, onder den len luitenant H. A. M. Latour, haar van de landzijde naderen, terwijl de rest onder genoemden kapitein in reserve bleef om, waar noodig, hulp te bieden. Den luitenant Bloem bleef geen andere weg over dan een steil voetpad, hetwelk eindigde in een in den oever uitgekapte trap, zoodat men niet met meer dan een, hoogstens twee man in front kon avanceeren. Desniettemin, en ondanks het vuur des vijands, dat gelukkig weinig schade deed in het geheel werden slechts twee soldaten gewond aarzelden de onzen niet. Bloem, krachtig bijge staan door den fourier ¥.T. vanWarmeloen den korporaal W. J. T. Timmerman, bereikte de doesoen en maakte zich daarvan, toen ook de overige manschappen van zijn detachement zich bij hem ver zameld hadden, stormenderhand meester. Latour, die met moeite door bosch en struikgewas worstelde, kwam eenige oogenblikken later aan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 525