508 van Loeboe Depong, een „dief en roover van beroep", wa9 in het begin der maand November in Kisam gekomen, en vond daar een vruchtbaar terrein; deKisammers hadden reeds, den 19en October en den len November, kleine invallen in Komering Oeloe gewaagd en wilden niets liever dan de toen behaalde voordeelen vervolgen. Aanvankelijk konden zij in bedwang gehouden worden door de pradjoerits, die onophoudelijk tot aan de grenzen van Kisam patrouil leerden maar na de aankomst van Raden Imam verzamelden zich dagelijks meer oproerlingen in dit landschap, en weldra werden plan nen openbaar om Blambangan, waar de ambtenaar W a 11 a n d zich met eenige soldaten en pradjoerits geposteerd had, en daarna Moeara Doea aan te vallen. Raden Imam verkondigde, dat hij enkel tegen het Europeesch gezag, niet tegen de bevolking ten strijde trok. Tengevolge hiervan weigerde de bevolking, die trouwens slecht gewapend was, zich met de soldaten en pradjoerits tegen hem te vereenigen en dacht zij den loop der zaken te kunnen afwachten. Walland, die alzoo niet meer op de bevolking steunen kon, moest, om niet van Moeara Doea te worden afgesneden, op deze plaats terugtrekken (14 November). Gelukkig traden echter de Kisammers zeer spoedig buiten hun programma; eene doesoen werd door hen aangevallen en geplunderd, uit eene andere werden 8 menschen geroofd of vermoord. Toen de bevolking alzoo de overtuiging opdeed, dat zij van de Kisammers slechts roof, moord, plunderingen brandstichting te wachten had, liet zij hare onzijdigheid varen en sloot zij zich bij het bestuur aan. Reeds den 17en November was de heer Walland, bijgestaan door 35 man van het garnizoen van Moeara Doea onder den 2C" luitenant J. F. Backerus, de pradjoerits en 300,man van de bevolking, te Negri Batin; de bewaking van het etablissement te Moe ara Doea werd aan 15 man van de bezetting en aan de hoofden toevertrouwd. Nadat de uitgezonden spionnen bericht hadden dat de vijand zich bij Gedong Ridoe in de koffietuinen gelegerd had, rukten de onzen den 20™ tegen hem op. Hij werd hier blijkbaardank zij het beleid van Backerus, overvallen en nam spoedig de vlucht;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 527