509 aan onze zijde was een pradjoerit gewondde vijandeljjke troep had daarentegen 4 dooden en 12 gewonden, liet eenige wapens, alle munitie en leeftocht achter en was voor het oogenblik onschadeljjk gemaakt. Bij deze overvalling onderscheidde zich de sergeant E. A. Aardema, die zich met twee Inlandsche soldaten terwijl de anderen hem langs het smalle voetpad slechts man voor man konden volgen plotseling te midden der door een 300-tal Kisammers bezette legerplaats wierp. Zoodra do luitenant-kolonel De Brau w de eerste berichten van het optreden van Raden Imam vernam, begreep hij dat afdoende maatre gelen moesten worden genomen om Ko mering O e 1 o e te beveiligen. Hij gaf alzoo last aan majoor Pi son, Kikim te verlaten en naar La hat terug te keeren. Door den steeds even ongunstig blij ven den gezondheidstoestand der troepen van Tebing Tinggi mocht hij ei niet aan denken, Rikim bezet te houden; en dringend noodig' was dat ook niet, daar de hoofden zich allen onderworpen hadden. Zooveel zij konden, hebben zij hun woord gehouden. Ha terugkomst te Lahat moesten (den 4en December) een de tachement van 100 inaD, onder den len luitenant J. H. Haan, be nevens de controleur Yan den Bossche met zijne pradjoerits, over Batoe Rad ja naar Moeara Doea marcheeren. Zij kwamen hier den 15en December aan. Intusschen had ook de adsistent-resident, die te P al em bang bij afwezigheid van De Brauw het bestuur voerde, in overleg met den wd. militairen commandant ter hoofdplaats, maatregelen genomen om Walland te hulp te komen; hiertoe bestond gelegenheid, daar juist eene Inlandsche compagnie op groot compleet (150 man) en 50 Euro peanen, ingevolge het reeds vermelde Gouvernements besluit van 5 November 1851 N°. 3, te Palembang waren aangekomen. Reeds den 23en November vertrok dientengevolge van Palembang naar Moeara Doea de 1" luitenant M. L. G. van den Bergh met 50 man; den 30en werd deze nog gevolgd door deu 1™ luitenant L. P. van Mouri k met 70 man. Deze troepen waren den 12en December op de plaats hunner bestemming vereenigd. Raden Imam had inmiddels de na de nederlaag van 20 November

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 528