510 verstrooide benden weder vereenigd en aangevuld. Hij trok heen en weder, blijkbaar besluiteloos, en er viel niets bijzonders voor totdat evengemelde troepen aangekomen waren. Hu werd, den lSen December, aan onze zijde het offensief her nomen. Raden Imam had zich den voriger. dag met cc. 350 man te Negri Ba tin gelegerd; hij moest weder van hier verdreven worden. Luitenant Van den Bergh trok derwaarts met 128 soldaten en 20 pradjoerits. Bij de Pematang Tj erin g - dezelfde positie die den onzen in September 1849 zooveel manschappen had gekost stuitte hij op enkele vijanden, die met eenige geweerschoten verdreven werden. Heviger was de tegenstand bij den overtocht van de K e m o e eene vóór Negri Bat in gelegen rivier die na een levendig vuurgevecht werd doorwaad. Het waren hier weder Back er us en zijn sergeant Aard erna, die, bij de voorwacht ingedeeld, een schitte rend voorbeeld aan de troepen gaven. Toen eenmaal de Kemoe overgetrokken was, duurde het niet lang of de zwaar versterkte doesoen Negri Ba tin werd door den vijand verlaten. Deze vluchtte naar Kisam; van onze zijde was alzoo het doel bereikt, ten koste van 4 gewonden. Gelijk boven gezegd, kwamen Van den Bossche met zijn pra djoerits en Haan met 100 soldaten den 15» December te Moeara Doea aan. Van de daardoor nog versterkte macht meende men te moeten gebruik maken om, ter voorkoming van verdere invallen op ons gebied, de Kisammers aan te tasten en te tuchtigen. Dit geschiedde in het laatst van December 1851 en in de eerste dagen van Januari 1852, nadat nog vergeefsche pogingen waren aange wend om de Kisaminers tot onderwerping over te halen. De tocht naar Kisam werd, ondanks het ongunstig seizoen, met het grootste succes volbracht. De tegenstand was over het geheel zeer gering en militaire feiten van eenig belang werden niet verricht; wij kunnen dus volstaan met de mededeeling dat, na vele zware marschen, alle doesoens, die zich niet wilden onderwerpen, aan de vlammen werden prijs gegeven, daaronder ook Barouw Baron w, waarvan de bevol- kin zich het meest vijandig had betoond. Raden Imam, wiens invloed geheel verdween, vluchtte naar Semindo en later naar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 529