515 „verlaten; de bevolking, die aanvankelijk weifelde, heeft zich getrouw „betoond. „Beneden divisiën, alsmede Ra was en de hoofdplaats Pa* „lembaug. Rustig. „De stand vau zaken is alzoo niet ongunstig, en er bestaat meer „zekerheid dan eenigen tijd geleden dat het gedurende eenige maan- „den rustig zal blijven". IX. Nieuwe beginselen van bestuur ^November 1851). Het komt ons wenschelijk voor, het verhaal der krijgsverrichtingen welke eerst in April 1852 werden hervat thans voor eenige oogenblikken af te breken, om den lezer op de hoogte te brengen van de wijzigingen, welke de inrichting van het bestuur over de Palembangsche binnenlanden intusschen onderging. De resident Meis had reeds, bij zijn voorstel dd. 30 December 1850 geheim La. Z/13, er op aangedrongen, eene organisatie aan te nemen, waarbij het Inlandsch bestuur zoude worden gebracht „onder „meer dadelijk toezicht en leiding van Europeesche ambtenaren", en waarbij „de tegenstrijdigheid van beginselen en bepalingen, waarmede „men thans te kampen heeft", zou worden opgeheven. Ter bereiking van dit oogmerk wenschte hij in de eerste plaats dat er geen Inlandsch ambtenaar meer zijn zou, die met eenig direct gezag over de geheele uitgestrekte binnenlanden bekleed was; een rijksbestierder achtte hij „eene kostbare overtolligheid, een groote „hinderpaal tegen eiken vooruitgang en verbetering, een gevaarlijke „macht, die zich bij ernstige staatkundige verwikkelingen bepaaldelijk „tegen ons keeren zou". Het eigenlijk Inlandsch bestuur moest blijven berusten bij de proatin's, pasirah's en divisiehoofden, welke laatsten als regenten moes ten optreden onder toezicht van Europeesche ambtenaren, waartoe de residentie moest worden verdeeld in vijf afdeelingen: 1°. Palembang, waaronder Seliran, Banjoeasin, Moesi Uir, Ogan Ilir, Homering Ilir en Lematang Ilir;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 534