DE WAPEN- EN SCHIETVOORSCHRIFTEN DER NED.-IND. INFANTERIE (Vervolg van bh. 459). III. Het Aanhangsel van het Schietvoor schrift. Het schietvoorschrift is door een aanhangsel gevolgd. Dit be handelt in drie hoofdstukken: „1°. de theorie van het schot; 2°. „vuuruitwerking en 3°. inschieten van geweren, onderzoek naar „de trefkans en dracht van geweren; onderzoek naar de hoedanig heid der munitie." Van „de theorie van het schot" is men in den aanvang in het onzekere of daarmede een servet of een tafellaken bedoeld is. Uit de omstandigheid, dat blykens de Algemeene order waarbij het schietvoorschrift werd ingevoerd, het aanhangsel niet voor onder officieren is bestemd, kan evenwel worden afgeleid, dat men gaat kennismaken met een verhandeling van het schot, bestemd voor de officiereu. Na die kennismaking en na de daarbij gebruike lijke beleefde woorden, aarzel ik niet te herhalen, dat de groo- te meerderheid van de Indische officieren in de theorie van dit hoofdstukje niet alleen niets nieuws zullen leeren, maar dat op grond hunner eerste opleiding, voor zoover althans zij van hier afkomstig waren, hun ten deze een veel ruimere en breedere wetenschap te dienste staat en wil ik hieraan de overigens weinig gewaagde meening toe voegen, dat die officieren, ook al zouden wellicht velen zich daarvan sedert lang geen rekenschap hebben gegeven, in dezelfde mate ten deze over degelijke kennis beschikken, als hun hier oppervlakkige wordt aangeboden. Wat zou dit aanhangsel in waarde hebben kunnen winnen indien men het uitsluitend voor het kader bestemd had en er

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 539