522 voor wat de daarin vervatte onderwerpen betreft als te oppervlakkig en te weinig wetenschappelijk behandeld worden aangeduidook daar waar we deze onvolledigheid betreuren, verdient de moedige poging van den samensteller onze onverdeelde opmerkzaamheid. Aan de hand der aanteekeningen, waarvan zooeven gesproken werd, zal ik mij van die plichtmatige belangstelling, door het doen van eenige grepen, gaan kwijten. Ik zal daarbij al dadelijk gelegenheid hebben het zoo even gezegde toe te lichten en te staven. Het hoofdstuk vangt aan met eene beschouwing van de kogel baan, zóó populair, dat men zich bij de lezing terugwaant in de dagen zijner eerste passen en marschen. Behoudens hetgeen er te veel in staat zou men voor onderofficieren deze behandeling uitnemend kunnen noemen, voor officieren is zij ten eenenmale onvoldoende. Voor de eerstgenoemden zou de opnoeming van de eigenschappen der parabolische baan bijv. onnoodig kunnen worden geacht; voorde officieren is een opnoeming ontoereikend. Hadden zij niet allen vóór hun benoeming tot officier reeds van de kogelbaan veel ruimer kennis onder de knie? Ik zal dus deze quaestie niet nader toelichten. De definitiën, welke het voorschrift van de onderscheiden bena mingen geeft, zijn niet altijd kort en krachtig, maar veelal duidelijk en goed. De volgende weinige uitzonderingen mogen dit oordeel bevestigen. Zij vinden over het geheel hun verklaring in een te ijverig streven naar duidelijkheid en in lengte van stof. In 13 moet ik bezwaar maken tegen een daarin genomen conclusie, als zou bij iederen stand van de vizierklep een overeenkomstige schootsverheid behooren. Dit zou het geval zijn, indien de schootsver- heid uitsluitend met de standverandering van de vizierklep zich wij zigde. Maar ook de vorm van het terrein heeft op de schootsverheid invloed. De vergissing van 13 schijnt mij uit de eigenaardige de finitie van schootsverheidin 12 gegeven, voort te vloeien: „De „horizontale afstand van de monding tot den eersten aanslag op den „grond wordt schootsverheid van de baan genoemd". Het staat dit. voorschrift natuurlijk vrij zijn bepalingen naar eigen goedvinden te gevenomdat men tot dusverre door schootsverheid den afstand ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 541