523 stond van de standplaats van den schutter en het punt waar de kogel voor de eerste maal op den grond komt, mag men, na de bepaling van 12, de vraag stellen: moet nu op hellend terrein de schootsverheid immer langs een horizontale lijn gemeten worden Maar hoe het antwoord moge luiden, de schootsverheid verandert met de helling van het terrein en de conclusie, als zou bij eiken stand van de klep een overeenkomstige schootsverheid behooren, is weinig juist. Met het vizier van bijv. 100 M. men ziet het aanstonds kunnen een onnoemelijk aantal schootsverheden bereikt worden. Het voorschrift van 1878 zeide eenvoudig en goed: De ruimte, binnen welke de kogel zich niet hooger boven den grond verheft dan de lengte van een man of van een ruiter, noemt men in het eerste geval bestreken ruimte voor infanteriein het laatste bestreken ruimte voor kavallerie. 15 van het nieuw voorschrift maakt dit als volgt: „Het gedeelte der baan, waarin van geen enkel punt de som „van de verheffing en de hoogte van het mikpunt grooter is dan de „hoogte van het doel, heet bestrijkend. Bestreken ruimte voor een zeker doel is de lengte van de hori zontale projectie van dat gedeelte der baan, hetwelk voor dat doel „bestrijkend is." Duidelijker zullen weinigen dit noemen. De commissie heeft ook veranderd, waar niets te verbeteren viel en dat loopt immer verkeerd. 18 geeft een voorbeeld van oververduidelijking. „Men noemt „in het algemeen afwijking den in het vlak van het doel gemeten „afstand van het gewilde tot het werkelijke trefpunt." Ik vraag u, bij uw eersten hanepoot in de meetkunde, klinkt het niet allerdwaast voor den afstand van twee punten de restrictie te hooren maken „gemeten in het vlak van het doel?" Een ander soort van definitie's munt uit door groote duidelijk heid: „Het punt waar de kogel treft, heet het trefpunt." Weer andere zijn slechts herhalingen van wat reeds bij de voor bereidende oefeningen afgehandeld was. „Men richt het geweer, „wanneer men de vizierlijn op een bepaald punt van het doel brengt „dit punt heet dan het mikpunt." Dan alleen? Ook van den aanslag het aanleggenenz. worden opnieuw bepalingen gegeven. In een eenigszins zonderlinge opvolging doet 20 een opsomming,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 542