533 Ik had daarom dezen regel liever gemist. Eq wat dunkt den lezer van den aanhef van 69: „Met betoog „op de wenschelijkheid om de trefferruimte door een zoo groot mo gelijk gedeelte van de trefferkern te doen bedekken, zal op kleine afstanden ook met het bestrijkende der banen rekening gehouden „worden."? Hij heeft, telkens als hij zich van het voordeel van de bestrekenheid der banen bewust wist, vermoedelijk weinig aan tref ferruimten en dito-kernen gedacht. Is het niet alsof de samensteller vau dit voorschrift op hooger stelten gaat staan, naarmate hij eenvoudiger zaken heeft te zeggen? En moet nu alleen op kleine afstanden met de bestrekenheid der banen gerekend worden? Wat is trefferruimte ook weer? Minder gewenscht kan het zijn, bij het bespreken van de vuur- uitwerking op breede en diepe doelen de formatiën te beoordeelen en te veroordeelen, wanneer men daarbij slechts het oog gevestigd houdt op het buudelvuur, afgegeven op één mikpunt. Op zeer breede doelen kan het vuren op die wijze naar gelang van den afstand en het aantal geweren een bepaalde fout van den leider zijn. Maar deze en meerdere opmerkingen, die ik zal verzwijgen, bevestigen slechts wat ik zoo even zeide, dat nl. in deze materie absolute oordeelvellingen noodwendig kinderen van het oogenblik zijn. Het zijn uitspraken in het blauwe, quasi-gewichtige beweringen van wijde strekking maar met weinig houvast. Hier en daar worden in dit hoofdstukje ook zuiver tactische beginselen beleden. Wordt gezegd„De open pelotonscolonne is een paradevorm", dan is dit wat bout gedecideerd. Als formatie bij het evolutionneeren mag zij, meer dan als paradevorm, op onze apreciatie aanspraak maken. Leest men in 65: „aanbeveling verdient het de tirailleurlinie te „doen openen, tenzij dit met het oog op de eigen vuuruitwerking, op „het moreel van den troep of gebrek aan ruimte niet wenschelijk of „mogelijk wordt geacht", dan herkent men daaraan dien eigenaardigen het-kan-vriezen-en-het-kan-dooien-stijl, die slechts door enkele, weinige, uitnemende tactici zorgvuldig is vermeden. Het volgende hoofdstuk bespreekt de vuurleiding, de vuursoorten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 552