536 de beslistheid, die het bewustzijn, van methodisch geoordeeld te heb ben, iemand geven kan. En mijn voordracht geëindigd hebbende, kwam mij iemand op den schouder tikken en mij toefluisteren„Amice," ik citeer uit mijn geheugen „ge schijnt het wel goed te weten; „ge hebt met zooveel geleerdheid over vuurleiding gesproken, dat ik „alle moeite had om uwe geleerdheid te volgen en daardoor de „vuurleiding een weiuig uit het oog verloor. Dit spijt mij, want „het is nu ruim twaalf jaar geleden, sedert ik met de theorie van „dit onderwerp mij bezig hield; nimmer heb ik, wanneer ik mij in „mijne taak van den oorlog indacht, de behoefte aan dergelijke „wetenschap gevoeld. Wel merkte ik, wanneer ik een enkele maal „eens het genoegen had een voordracht als de uwe te kunnen hooren, „dat zij, die van dat vraagstuk werk maken, bij de leiding van het „vuur meer aan een bord en aan krijt, dan aan een peloton soldaten „en aan een vijand denken. Ik wil u niet désillusionneeren, maar al „mocht uw streven een weinigje practisch nut kunnen opleveren' „onontbeerlijk is die wetenschap niet; geloof me". Eene week later, van het schietierrein komende, werd ik andermaal op den schouder getikt en stond ik voor de vraag: „Hoeveel „procent?" Ik antwoordde 36, en nog zie en gevoel ik den glimlach van deernis en toegeeflijkheid, waarmede ik hoorde uitspreken„Ik „heb er 44". Wat ik in die dagen van dat stortbad dacht, is op het oogenblik minder van waarde, maar ik aarzel niet als het resultaat van ernstige overweging en van onverdroten onderzoek, waarbij ik getracht heb de zijde van den geringsten weerstand te vermijden, er toe gekomen ben de verfrisschende werking ervan te huldigen en te erkennen. De geschiktheid tot vuurleider kan door studie slechts onbeduidend worden bevorderd; die geschiktheid is geheel een quaestie van persoonlijke eigenschappen, en iemand, die in natuurlijke gaven bij anderen in de geschiktheid voor het bevel, de aanvoering en de leiding achterstaat, zal spijt studie en inspanning voor de practijk altijd de miudere blijven. Maar zal bij gelijkheid van natuurlijken aanleg die studie toch aan de geschiktheid voor de vuurleiding bevorderlijk zijn? Men denke aan een peloton soldaten, aan een oorlogsdoel, dan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 555