539
„De aanvaller moet vooral op kleine afstanden over een groote
„hoeveelheid munitie kunnen beschikkenopdat hij de beslissende
„meerderheid hebbe op het oogenblik, dat het vuur zijn zekerste en
„hoogste uitwerking heeft."
„Wordt het vuur door de gevechtslinie ontijdig geopend, dan kan dit
„aanleiding geven tot een slepend gevecht, waarin de munitie verspild
„wordt, verliezen toenemen en de energie van den aanvaller verloren gaat."
„De verdediger zal meer dan de aanvaller gelegenheid hebben
„om op groote afstanden te vuren."
„Dat vuur noopt soms den aanvaller tot eene te vroege ontwik
keling en tot ontijdig munitie-verbruik."
Men ziet het, een tactiek in zak-formaat. Overal elders uitne
mend en goed, niet in het aanhangsel van een schietvoorschrift.
„Die zich niet weet te beperken. hoe maakte Sue dat ook weer?
En toch, wat elders over de theorie der vuurleiding degelijk8
gezegd is, kan hier worden nageslagen of beter opgespoord.
Jammer dat dit laatste woord beter is. Waar het slechts om weinige
regels kon te doen zijn; was het wenschelijker geweest dat het bosch niet
belet hadde de weinige boomen van waarde duidelijk te onderscheiden.
Yoor verdere bedenkingen hier nog de aandacht te vragen, zou
niet bescheiden zijn-
Er zullen er zijn, die bevonden, dat, ook dit voorschrift in het
hoofdstuk over de vuurleiding den vijand niet altijd voldoende in het
oog hield, dat bij de factoren, die op de keuze van het te beschieten
doel invloed moeten oefenen, de vijandelijke kogels en de plaats
van waar zij kwamen, niet onvermeld hadden mogen blijven; zij
zullen meenen dat deze, ingevolge de ervaring der practijk, onder
5Ï0. 1 hadden kunnen zijn opgenomen. Anderen zullen van oordeel
zijn, dat het waarnemen van de eigen vuuruitwerking naar de aan
slagen der schoten te velde immer wel tot de vrome wenschen zal
blijven behoorendit zal hun echter minder ter harte gaan, omdat zij
van gevoelen zijn) dat in de gevechtsphase, waarin het waarnemen
der schoten mogelijk en noodig is, in de meeste gevallen de leven
de doelen van de vuuruitwerking wel de onbedriegelijke teekenen
zullen geven. Weer anderen zullen kregel worden, wanneer ze van dit
voorschrift voor de vierde maal 85) vernemen „(dat) Er steeds moet