540 „naar gestreefd worden de trefferkern zoodauig op het doel te brengen, „dat de meeste uitwerking verkregen wordt 69 en 70)", te eer omdat dit steedsin lijnrechten strijd is met de §§82 en 84; zij zullen echter weldra over hun boos humeur glimlachen, wanneer zij bemerken, dat het aantal paragrafen, dat hun een réchauffée aanbiedt in dit hoofdstuk, het dozijn van twaalf overtreft. Aanvankelijk zullen zij in klimmende mate zich ontstemd hebben, maar de samensteller van dit voorschrift had zijn maatregelen genomen; het schoot hun noodwendig aan climax te kort. Ook zullen er zijn, die al dadelijk begrepen hebben, dat men dit hoofdstukje slechts behoeft van buiten te leeren om zich een brevet van vuurleider te verschaffen en mee te zingen in het klagend koor der specialiteiten over de indolentie van het algemeen. Yan een paar zonderlingen zal de eene, na dit hoofdstuk gelezen te hebben, fluisteren:. „Ik weet van de vuurleiding „zooveel als te voren." De echo zal luiden„Tactische wonderspreu ken, phrasen in het vierkant". AUen ten slotte geen enkele uitgezonderd zullen betreuren, dat aan den volgeladen boom de pluk groot was en daarom de vrucht klein moest blijven; allen zullen willen erkennen, dat in dit hoofdstuk over vuurdiscipline, moreel, geoefendheid van den troep, uitnemende zaken gezegd zijn; gezegd in warm gevoelde, van zaakkennis en vader landsliefde getuigende woorden, die wel is waar op onbereikbare idealen wijzen, maar die als lichtbaken van onveranderlijke waarde zijn: echte diamanten, die verdienen naar den juwelier der militaire wetenschappen opgezonden en met de uiterste zorg gezet te worden. Slot volgt.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 559