550 Dat zal de toekomst moeten leeren Yoor het oogenblik hebben we slechts rekening te houden met den bestaanden staat van zaken, en daarop zullen dan ook de voor stellen gegrond zijn, die ik hoewel ongevraagd in de volgende regelen in overweging wensch te geven. Aangezien ik binnen weinige weken van mijne tegenwoordige betrekking van instructeur ontheven zal worden, is er geen plaats voor de meening, dat ik daarbij mijn per soonlijk eigenbelang in het oog heb. Maar al ware dit het geval wel, dan zou het toch geen waarde hebben als argument tegen hetgeen ik thans wensch voor te stellen. Zoolang de behartiging van eenig per soonlijk eigenbelang namelijk bevorderlijk is voor het belang van het algemeen, is het hoogst nuttig. Het onderwijs behoort te huis in de ongelukkige categorie van zaken, die veelal beoordeeld, geoordeeld en veroordeeld worden door personen, die hoe kundig en bek.waam overigens ook de be voegdheid daartoe missen. Het onderwijs is geen zaak, die men als toeschouwer juist begrijpen kan; men moet het bij ondervinding kennen om recht van spreken te hebben. Daarom is de meening, dat ieder die onderwijs genoten heeft, ook wel in staat is om zelf te onderwijzen of eenigen tak van onderwijs te regelen, van evenveel waarde als het vermoeden van een soldaat, die zeer goed eene compagnie denkt te kunnen commandeeren, om dat hij gedurende tal van jaren ondervonden heeft, hoe zijn kapi tein dat deed. Geen luitenant-instructeur ontloopt de opmerking, dat het „aan de Militaire School zoo'n goed baantje is." Een paar lessen per dag en „klaar ben je!" Dat zijn de toeschouwers, die zoo spreken. Maar de uitvoerders weten het wel anders. Om dit duidelijk te ma ken, wil ik in de eerste plaats nog eens releveeren, wat hieromtrent reeds vroeger in dit tijdschrift is gezegd. „De hoofdzaken op den vóórgrond stellend, moet de instructeur alles behandelen, wat noodig en nuttig schijnt, zonder daarom te uitgebreid te zijn, d. w. z. te zeer in détails te vervallen. Dui delijkheid zij zijn streven. „Hij, die geheel op de hoogte kan zijn van de vakken of ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 569