45
men, die zelfstandig moeten kunnen handelen. Bij den eenvoudigsten
cavalerist zal men niet moeten hebben eene machinale, doch eene
verstandige, werkzame, medewerkende gehoorzaamheid.
De cavalerie-reglementen zijn goed en beknopt en laten toch ruimte
van handelen over. Het is juist daarom, dat men er voorzichtig mee
moet zijn, daar de vrijheid, om den tijd van onderricht te verlengen
of te verkorten, zijne grenzen moet hebben. Met het oog op het
Inlandsche element bij de Indische cavalerie zal van dat verkorten
wel zelden sprake zijn, doch zal het betrekking hebben op Euro-
peesche recruten, die vroeger reeds cavalerist in Europa waren.
Een commando moet altijd worden voorafgegaan door eene duide
lijke uitlegging, niet alleen van de beweging zelf, doch ook van de
noodzakelijkheid, het gewicht en het doel er van. Men moet dus
den man het nut van alles duidelijk maken. Vooral bij het besturen
van het paard moet den recruut geleerd worden, zich rekenschap te
geven van hetgeen zijne handen en beenen doen.
Het geheele onderwijs komt hierop neer: „het boek geeft de regels,
de algemeene beschouwingen aan; de onderwijzer doet er zelf de
noodige uitleggingen bij, die hij persoonlijk moet scheppen."
Over welke krachten nu valt er te beschikken om aan deze eischen
te voldoen P
Het is een erkend feit, dat de oude onderofficieren, goede instruc
teurs, in de laatste jaren zeldzamer zijn geworden. Men heeft bij
de instructie jonge krachten, die bij het ouderwijs de algemeene
fout begaan om de verduidelijking, de uitlegging, volgens het boekje
op te zeggen.
De onderofficieren, jong zijnde, hebben weinig ondervinding; de
officier moet dan tusschenbeide komen, doch kan dat niet altijd,
vooral niet op het terrein, waar de toch reeds korte tijd geheel aan
de lichamelijke en practische oefeningen moet gewijd worden.
Het is dan ook zeer goed dat iederon dag een zekere tijd wordt
besteed om de oefening voor den volgenden dag te bespreken, waar
in tevens moet gewezen worden op de fouten, den vorigen dag be
gaan. Op deze wijze, alle noodige uitleggingen vooraf gegeven zijn
de, zal de minst mogelijke tijd daaraan op het terrein besteed be
hoeven te worden. Bij die bespreking of theorie moet zoo mogelijk