554 - werkzaam geweest, gemiddeld slechts f 12,50 per maand hoven het gewone traktement genoten heeft. Eene andere zaak, die bij de regeling van het militair onderwijs geheel buiten beschouwing werd gelateD, is de schadevergoeding, die den luitenant-instructeur behoort te worden toegekend voor de aan schaffing van boeken. Het is waar, dat de Militaire School eene bibliotheek heeft ten dienste van het onderwijs; maar het is even waar, dat elk instruc teur de voornaamste standaardwerken over de vakken, die hij on derwijst in eigendom moet hebben. Die werken moeten ten allen tijde binnen zijn bereik zijn; hij moet ze kunnen voorzien van zijne aanteekeningen, in één woord, hij moet er mee kunnen doen wat hij wil. Daarom is het wenschelijk een zeker gedeelte van het leermiddelenfonds voor dit doel beschikbaar te stellen. Omtrent de wijze van aanvulling van het korps officieren der Mi litaire School heb ik reeds vroeger mijne meening gezegdik ben zoo vrij den belangstellenden lezer naar het daarover handelend op stel te verwijzen (1). Resumeerende kom ik nu tot de volgende slotsom 1°. Het aantal Infanterie-\mtemnts der Militaire School moet van vier op zes worden gebracht. 2°. Het traktement dier officieren behoort te worden gelijkgesteld met dat van den luitenant-adjunct aan het D. v. O. 3°. De Directeur der inrichting moet vergunning krijgen om van het leermiddelenfonds f 400.per jaar te gebruiken voor de ver strekking van vakwerken aan de officieren, die met het onderwijs in de verschillende vakken belast zijn. Hieromtrent treedt hij met de instructeurs in overleg. 4°. De aanvulling van het korps officieren der inrichting moet oordeelkundig geregeld worden. Over de Infanterie-luitenants van de Cursussen is in de boven staande regelen niet gesprokenhet spreekt van zelf, dat ook zij dezelfde voorrechten moeten genieten als hunne collega's der Mili- (1) Zie I. M. T. 1887, No. 1, bl. 5.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 573