562 In 1886 is men, zeer voorzichtig, begonnen aan sommige officieren korpscommandanten en chefs van diensten het recht te verleenen een soldaat als ordonnans te gebruiken. Deze maatregel was onver mijdelijk om de kazernes en de marschcolonnes te ontlasten van de niet-militaire en ongedisciplineerde betto's, die naar eigen verkiezing marcheeren, meermalen wanorde veroorzaken en het aantal te voeden monden aanzienlijk vermeerderen. Overigens zijn deze betto's opmerkelijke wezens; zij hebben een ontzettend weerstandsvermogen en volgen gedurende geheele dagen op marsch of bij manoeuvres al de bewegingen van hun meester. Stijgt de officier af, dan staan zij gereed het paard vast te houden. Bij de cavalerie hebben alleen de officieren betto's. Op marsch, bij manoeuvres of in het kamp hebben de officieren recht op vivres, waarvoor hun per dag wordt uitbetaald f 0.55 of 15 cents met een rantsoen witte rijst van 1 Liter. De reisdagen worden berekend op 10 mijlen (1), terwijl de afstand overland wordt gemeten. Reiskosten per dag van 10 mijlen 30 paal): Voor bedienden of het transport van bagage wordt geen vergoe ding betaald. Bij spoorwegvervoer gelden afzonderlijke tarieven. Officieren, die voor dienst, hun garnizoen moeten verlaten en eenigen tijd daarbuiten moeten verblijven voor topographischen arbeid, inspec tiën of eenige opdracht, genieten bovenstaande reiskosten voor eiken dag buiten hun garnizoen doorgebracht Bovendien krijgen zij alsdan per dag tafelgeld. Afzonderlijk voor dienst reizende aan boord van een Gouverne- ments-stoomschip, hebben de officieren recht op eene hut en op scheepstoelagen per dag. Maarschalk Generaal Hoofdofficieren Subalterne officieren Cadet-officieren f 20.— 17.50 12.50 8.75 (1) mijl (lieue) 4.4 KM.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 581