565 gewoon pensioen van den echtgenoot; zij worden niet naar den dienst tijd, doch naar den rang van den overledene berekend. Een jaarhjksche onderstand wordt verleend aan de weduwen van militairen, die sterven onder omstandigheden welke recht geven op weduwenpensioen, en aan de kinderen nagelaten door eene weduwe, die, recht op pensioen hebbende, sterfr, een nieuw huwelijk sluit of de familie van haren man verlaat. Wanneer eeu actief officier sterft, onder omstandigheden die geen recht geven op eenig pensioen of onderstand, wordt aan de erfgena men, eene gratificatie voor eens uitgekeerd gelijk aan het bedrag van het minimum pensioen na 11 jaar dienst; alleen de luitenants krijgen 100 minder. Deze gratificatiën worden ook gegeven aan officieren, die meer dan 5 en minder dan 11 dienstjaren hebben en de gelederen moeten verlaten wegens verwondingen of lichaamsgebreken, die geen aan spraak geven op reform-pensioen. Huwelijken van officieren. De wet op de huwelijken van officieren dateert van den 25e" April 1881. De officieren van het actieve leger, van de reserve van het actieve leger en van het territoriale leger, evenals die van de Intendance, den Geneeskundigen en Yétérinairen dienst kunnen geen huwelijk sluiten dan met toestemming van de militaire autoriteiten. In beginsel wordt geen toestemming verleend dan wanneer de bruid alle waarborgen oplevert voor een goed zedelijk gedrag; bo vendien moet door de subalterne officieren van het actieve leger eene zekere som, als bewijs van welstand, aan het ministerie worden gestort. Deze som kan door de bruid of den bruidegom worden gedeponeerd. Het doel van deze beperkende bepalingen is het beletten van hu welijken, die nadeelig zouden kunnen werken op de positie van den officier. Zij hebben echter niet tot het gewenschte doel geleid, zoodat de wet waarschijnlijk weldra gewijzigd zal worden. De plaats, welke het leger, en vooral die, welke de officieren in de Japansche maatschappij innemen, is eene zeer eigenaardige. Vóór

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 584