DE ATJEHSCHE GHANA ATM IJNEN ONDER
ONZE SPOORBANEN.
{Met eene schets.)
Hoewel het gebruik van mijnen als oorlogsmiddel door de Atjehers
niet geheel zonder voorbeeld is, kwam het toch tot kort geleden in
den langdurigen oorlog, dien wij nu sinds 16 jaren tegen hen voeren,
slechts bij hooge uitzondering voor.
Een dier uitzonderingen, waarbij eene vrij gebrekkige granaatmijn
tot springen was voorbereid, deed zich voor den 4™ Juni 1884,
toen een detachement genietroepen, belast met het opruimen van den
door den vijand versperden transportweg Anagaloëng Tjot Basetoel,
eene dergelijke mijn ontdekte en opruimde.
Eene beschrijving met schets dier mijn vindt men in den jaargang
1884 van dit tijdschrift (Deel II, blz. 206).
In den laatsten tijd zijn granaatmijnen, op andere wijze ingericht,
door onze tegenstanders echter veelvuldig toegepast.
De eerste mijn van dien aard werd gelegd onder de trambaan
tusschen de posten Lamreng en Lampeneroet en sprong den 18en Janu
ari 1889 op het oogenblik dat de middagtrein er overheen reed. De trein
derailleerde, de locomotief liep van den weg en met het voorgedeelte
in de sawah, twee platte wagens werden dwars gezet en gedeeltelijk
in elkander geschoven, een goederenwagen ontspoorde, de passagiers-
wagens werden slechts weinig beschadigd. Persoonlijke ongelukken
waren niet te betreuren.
De ontploffing bleek veroorzaakt te zijn door eene ingegraven gra
naat van 16cm. Yoorlaad, van welk project verschillende scherven
werden gevonden.
De dienst langs dat gedeelte der baan was voor korten tijd gestremd.
Den 20en werd de ontspoorde locomotief langs de spoorlijn ver
wijderd de baan werd eerst later geheel hersteld.
Dit succes moedigde den vijand natuurlijk aan tot eene herhaling.