570
vens nauwkeurig bekendgemaakt met de wijze waarop zij door de
Atjehers worden ingericht en gelegd.
Als een voorbeeld daarvan laten wij hieronder volgen eene beschrij
ving van de op 27 Maart jl. in de nabijheid van Lampeneroet onder
de spoorbaan gevonden granaat.
Het projectiel is een gewone puntgranaat van 18cm. van de Ne-
derlandsche Marine.
De hoofdafmetingen zijn op bijgaande teekening aangegeven; het
gewicht bedraagt 50 Kilogram.
De Marine gebruikt bij deze granaten eene buis van het Kruppsche
systeem, zooals bij onze granaten van 7cm. A. gebezigd wordt. Voor
hun doel hebben de Atjehers echter, om de percussieiurichting daar
te stellen, hun toevlucht genomen tot een schokbuis van 8cm. (sy
steem Kuhn), gelijk bij ons voormalig 8cm. Veld- en Berggeschut ge
bezigd wordt.
Deze door hen aangebiachte percussieinrichting is de volgende:
Men heeft het lichaam van een schokbuis van 8cm. genomen, den
schroefdraad voor den slagdop weggenomen en het bovenste gedeelte
A der uitboring verwijd tot opneming van de hierna te noemen patroon.
Ten einde de buis, die oorspronkelijk een kleiner uitwendige
middellijn had dan het buisgat der granaat, daarin een vasteu stand
te geven, heeft men het schroefdraadgedeelte der oorspronkelijke
buis van een looden mantel voorzien.
Wijl deze laatste echter geen schroefdraad bezit, heeft men de
gebrekkige sluiting der buis in het buisgat getracht te verhelpen
door het gedeelte onder den kop met van vet doortrokken lappen
te omwikkelen, die tevens ten doel schijnen gehad te hebben het
indringen van water te beletten.
In het boven beschreven lichaam was een ter lengte van 30 mM.
afgesneden patroon tot achterlaadgeweren KI. Kal. en achterlaad-
karabijnen geplaatst, welke met haren rand rustte op de borst, ont
staan door de reeds genoemde verwijding.
De patroon, met het slaghoedje naar boven geplaatst, was om het
uitvallen van buskruit te beletten van onderen met een lapje gesloten.
Boven de patroon was een cylinder B geplaatst, welke vrij juist