573
Na mijne aanwerving bleef ik nog 8 dagen te Lyon, waar ik in
eene kazerne op den rechter Saone-oever werd gehuisvest. Ik kreeg
nog geen militaire kleeding en meende mij daarom ook nog niet
aan de militaire regels te moeten houden, zoodat ik alleen bij het
soepeten en het avondappel present was en mij verder vrij bewoog.
Handgeld geven de Franschen niet en daarom achten zij het ook
niet noodig de nieuw aangeworvenen te bewaken.
Den 20en April waren mijne administratieve bescheiden in orde
en des avonds van dien dag werd ik naar het station gebracht door
een korporaal van een Fransch linie-regiment, die mij eene gelukkige
reis wenschte naar Marseille, op welke plaats ik des morgens ten
4 ure aankwam. Ik meldde mij bij een planton, die dienst had aan
het station en die mij naar eene kazerne in het midden der stad
geleidde. Ik vond daar nog 5 andere nieuw-aangeworvenen, 3 Elzas-
sers en 2 in Parijs wonende vreemdelingen, die zich na 3 jaar dienst
wilden laten naturaliseeren.
De soldij en vivres- indemniteit werden ons uitbetaald, maar wij
mochten de kazerne dien dag niet verlaten. Den volgenden dag
bracht men ons naar Fort Saint-Jean, waar wij aanstonds werden
ingescheept om naar Oran, de hoofdstad der Algerische provincie
van dien naam, te worden overgevoerd. Ons transport bestond, behalve
uit 11 nieuw-aangeworvenen, uit verscheidene onderofficieren en
soldaten der koloniale troepen. Weldra heerschte onder allen
levendige vroolijkheid, die echter spoedig een einde nam, toen de zee
ziekte in de woelige Lyonsche golf zich deed gevoelen. Ik kon het
in de door zeezieken verontreinigde kajuit niet uithouden en ging
op het dek slapen, waar ik echter van den regen in den drop geraakte,
daar een overkomend zeetje mij, toen ik juist was ingeslapen, doornat
spoelde. 1s Morgens was de zee kalm en kreeg de algemeene opgewekt
heid weer de overhand, totdat wij 's avonds te Carthagena, aan de
Spaansche kust, landden. Hier kwamen vele Spaansche landverhuizers
voor Algerië aan boord, zoodat het dek propvol en door de talrijke
zeezieke vrouwen weldra hoogst onzindelijk werd. Met moeite vond
ik voor den nacht een plaatsje in een leege kist.
's Middags van den 24en liepen wij de haven van Oran binnen,
waar ik veel behagen schepte in de negers, die met hun kano's aan