577 dra hij enkele maanden dienst heeft, zich reeds als oud-soldaat beschouwt en op de jongeren neerziet; hij verbeeldt zich al genoeg te kennen en blijft daardoor soms tot aan het eind van zijn vijfjarig verband een slecht soldaat, die niet eens zijn vizier behoorlijk weet te 8tellen. Bij den wachtdienst wordt het meeste gewicht gehecht aan de eer bewijzen en aan andere zaken, die te velde over boord worden geworpen. De eigenlijke dienst op veldwacht wordt slechts als bij zaak beoefend, zoodat in den werkelijken oorlog de soldaat dien dienst min of meer instinctmatig moet verrichten. De eerste vijf weken gingen gelijkmatig voorbij. "Wij kwamen aan de compagniesschool, tirailleerden van tijd tot tijd en hielden eeuige schietoefeningen. Intusschen hield ik mij onledig met pogin- geu om mijne soldij wat te verbeteren. Ik sloot kameraadschap met een soldaat le klasse en wij legden ons gezamenlijk toe op den broodhandel. Zoodra de brooden aan de soldaten waren uitgedeeld, kochten wij er eenige op tegen 20 a 25 ets. van hen, die om geldelijke redenen zich het brood uit den mond spaarden, smokkelden het 's avonds over den ringmuur en verkoch ten het aan de mindere burgers uit de stad. Op ieder brood won nen wij 10 a 15 ets. Op deze wijze konden wij ons eiken Zondag op een paar liter onthalen. Wij moesten echter zeer voorzichtig zijn, want op broodverkoopen stond 8 dagen arrest; wij kwamen er evenwel altijd goed af. Nauwelijks was ik een weinig aan het kazerneleven gewend en hadden wij voor onzen broodafzet een vaste klandizie gekregen, of ik werd met 23 andere recruten naar Mascara overgeplaatst bij het halve 3e bataljon aldaar. Bijzonder rouwig was ik er niet om, daar ik wel eens andere streken en andere menschen wilde zien en bovendien Mascara geroemd werd als een goed garnizoen, waar goedkoope en goede dranken waren te krijgen; ook was men daar verder uit de buurt van het oppercommando. Ons detachement bestond uit 1 korporaal, detache mentscommandant, 2 gedegradeerde soldaten le klasse, 1 uit het hospitaal ontslagen soldaat, dien ik vroeger in Zwitserland gekend had en die naar zijn garnizoen terugkeerde, 3 man bestemd voor de klasse van discipline te Sfisiza en 24 recruten, waarvan ik er een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 596