EEN VERZOEK NAAR AANLEIDING VAN MAJOOR BR(JIN-
SMA'S VOORDRACHT OVER DE VEROVERING
DER ATJtHSCHE MISSIGIT.
Wel nimmer zal in de Vereeniging tot beoefening der krijgswe
tenschap eene lezing met meer gloed zijn voorgedragen, met meer
geestdrift zijn aangehoord dan die, den 21 en Februari van dit jaar
door den majoor der Infanterie J. T. D. Bruinsma voor een talrijk
publiek te Breda gehouden over de verovering der groote Atjehsche
missigit (Mesdjid Raja) achtereenvolgens op de dagen van 10 en
14 April 1873 en van 6 Januari 1874.
Majoor Bruinsma had het benijdenswaardig voorrecht de drie ge
noemde veroveringen, glanspunten uit onze Indische krijgsgeschie
denis, persoonlijk bij te wonen en wel in zoodanige functie dat hij
daarbij telkens in de gelegenheid was de bestorming van nabij en
in haar geheel te overzien.
Zijne voordracht kon dientengevolge veel meer geven dan een
tactisch overzicht van den loop van een gevecht, zooals dat ge
woonlijk samengesteld wordt uit rapporten van verschillende personen,
door een ander persoon, die van het voorgevallene betrekkelijk weinig
of soms in 't geheel niets heeft kunnen waarnemen. Het tactisch
overzicht dient dan ook in deze voordracht meer als lijst, waaruit de
persoonlijke herinnering van den beschrijver talrijke grootsche, tot he
den meerendeels geheel onbekende daden doet te voorschijn treden, die
ons zoowel den officier als den eenvoudigen soldaat in al zijne verhe
ven krijgsmansdeugden doen eeren en eerbiedigen.
Vandaar het ongewone leven dat deze voordracht bezielt en
dat niet alleen de herhaalde luide bijvalsbetuigingen van het in
geestdrift ontstoken publiek verklaart, maar ook begrijpelijk maakt
dat het gedrukte verslag der lezing, hoezeer dat bij de voordracht
zelve in gloed moet achterstaan, den lezer aangrijpt door zijne
treffende, uit de werkelijkheid gegrepen schildering.