49 vat in de Indische Staatsbladen van 1883 N°. 54 en 55, die in Maart 1883 in werking zijn getreden, waarbij aansluiting aan of ver wijzing naar talrijke bepalingen van het gemeene Strafrecht plaats vond. Aanzienlijk mogen die wijzigingen inderdaad heeten; evenwel zoe ken wij te vergeefs naar eenige toelichting daaromtrent, die men toch gemakkelijk had kunnen putten uit de tusschen de Regeering en de Yertegenwoordiging gewisselde stukken en de daarover gevoerde beraadslagingen, welke destijds ook in dit tijdschrift waren opgeno men. Belangrijk is het toch voorzeker te weten, welke overwegin gen de Regeering ertoe geleid hebben, het militair Recht, vastge steld bij Besluiten van den Souvereinen Yorst van 1814 en 1815, bij gemelde Koninklijke besluiten te wijzigen. Alhoewel de urgentie van de afschaffing der lijfstraffen, welke in Indië slechts als politiemaatregel nog bestaan, doch in Nederland destijds almede onder de straffen gerekend werden, de rechtstreeksche aanleiding was, was zulks niet het eenige en ook geenszins het voornaamste motief, waarom men tot die herziening overging. Wij zullen de redenen daartoe hieronder in 't kort toelichten. In de allereerste plaats was men algemeen overtuigd dat als be ginsel moet worden aangenomen, dat buiten bewezen noodzakelijkheid geen afwijking van het gemeene recht behoort plaats te hebben. Avant d'etre soldaton est citoyenzeide terecht Napoleon. In denzelfden staat mag de eene burger niet bevoorrecht worden boven en evenmin achterstaan bij zijn medeburgers en militaire land- genooten, vooral niet in een zoo gewichtig punt als het strafrecht. Op dat beginsel zijn de artikelen 1 3 van gemeld Koninklijk be sluit N°. 54, betreffende de toepassing van het gemeene strafrecht door den militairen rechter en strekkende tot vervanging van artike len 1925 C. W., gegrond. In de tweede plaats was sinds lang algemeen de dringende nood zakelijkheid eener herziening van het strafstelsel van het Crimineel Wetboek erkend en door de practijk voldingend bewezen. Dat strafstelsel is zoo verouderd en onhoudbaar, dat de practijk genood zaakt is geweest het buiten medewerking van den wetgever in de toepassing geheel te wijzigen; immers bestond de kruiwagenstraf Dl. .1, 1889 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 60