KAPITEIN G. C. E. TAN DAALEN.
Den 18en Mei van dit jaar overleed te Soerabaja de oud-kapitein
van het Nederlandsch-Indische leger Gotfried Coenraad Ernst van
Daalen, een man die, hoewel in subalternen rang uit het leger getreden,
zich in de annalen onzer Indische krijgsgeschiedenis een naam verwierf,
die het ons ten plicht stelt hem in zijne korte, doch schoone militaire
loopbaan met eenige woorden te gedenken.
Gotfried Coenraad Ernst van Daalen werd den 23en Juli 1836
te 's Hertogenbosch geboren, trad op vijftienjarigen leeftijd in
militairen dienst als cadet voor het wapen der Infanterie in Nederland,
ging het volgend jaar over bij de Indische Infanterie en werd den
3en Juni 1856 tot tweeden luitenant bij dat wapen benoemd. In
November van dat jaar vertrok hij naar Indië, waar hij na eene reis
van vier maanden aankwam en geplaatst werd bij het 11e bataljon.
Al zeer spoedig deed Van Daalen de aandacht op zich vestigen,
zoodat hij, hoe jong luitenant ook, reeds in het jaar na zijne aankomst
in Indië benoemd werd tot instructeur aan de destijds bestaande
Normaal-schietschool te Meester Cornelis. Tuen die Schietschool
echter in het volgende jaar 1859 werd opgeheven, keerde hij naar zijn
vorig bataljon terug, nog juist tijdig om met dat bataljon deel te
nemen aan de tweede Bonische expeditie; na die expeditie werd
hij, in 1860, tot len luitenant bevorderd.
Weldra kwam hij nu in de gelegenheid andere streken van den
Indischen Archipel te bezien. In hetzelfde jaar toch werd hij benoemd
tot adjudant van den militairen commandant van Palembang, den toen-
maligen luitenant-kolonel der Infanterie Kroesen, wien hij in 1861 in
diezelfde betrekking volgde, toen deze benoemd werd tot militair
commandant van Celebes en Onderhoorigheden. In die hoedanigheid
nam Van Daalen deel aan den in April 1862 ondernomen tocht tot
1