599
lijks bekleed is, blaren, ontvelling en schrijning minder zullen voorkomen
dan wanneer de bloote voet in den schoen steekt. Indien het vorenstaande
als waar mag worden aangenomen, zou men dus, ter verzekering en ver
hooging der marsehvaardigheid, het aantal jaarlijks competeerende paren
sokken moeten vermeerderen.
Doch er is ook nog een ander middel.
Waarom zouden wij, ten opzichte der voetbekleeding, niet overnemen
wat, bij het Duitsche leger, proefondervindelijk is gebleken goed te zijn.
Bij het Duitsche leger ontvangt de soldaat bij zijn indiensttreden geen
sokken, maar twee paar voetlappen.
Na dien tijd worden hem geen nieuwe voetlappen verstrekt, maar heeft
hij zelf te zoi'gen, steeds in het bezit van twee paar voetlappen te zijn.
Hiertoe zijn, in de cantines, deze voetlappen tegen 5 Pfennigezzr/1 0.03
per paar verkrijgbaar gesteld.
Deze lappen, bestaande uit barchent (bombazijn, eene stof, zooals het
Hollandsche militaire onderbroekengoed, aan de binnenzijde wollig), gedrenkt
in eene salicylzuuroplossing van 0.1%, zijn 40 cM. in het vierkant.
Zij worden om den voet gevouwen, op de wijze als op nevensgaande
platen is aangegeven.
Na gebruik worden de lappen eenvoudig gedroogd; het wasschen doet
deze lappen hare goede eigenschappen voor een groot deel verliezen.
Zonder wasschen kunnen deze lappen minstens eene maand worden
gebruikt.
Eene verstrekking van twee paar voetlappen als eerste uitrusting en
één paar als maandelijksche vernieuwing, kan als ruim voldoende worden
beschouwd.
Thans wordt den Eur. militair per jaar verstrekt
2 paar sokken a f 0.46 f 0.92.
Bij verstrekking van voetlappen zou worden
verstrekt 12 paar voetlappen a f 0.03 f 0.36
hetgeen voor elk Eur. militair eene besparing geeft van 0.56
per jaar.
H.
Uitrusting der Duitsche koloniale troepen in Oost-Afrika.
De troepen, die onder kapitein Wissmann in Oost-Afrika zijn opgetre*
den, werden door hem aangeworven ten deele uit een Ethiopischen stam
