56 Wij hebben gemeend dit voor den militairen rechter zoo belangrijk onderwerp breedvoeriger, dan in een beoordeeling eigenlijk past, te mogen behandelen in de meening die leemte te kunnen aanvullen en den militairen rechter daarmede geen ondienst te bewijzen. Evenzeer treffen wij in de Handleiding over de zeer gewichtige leerstukken omtrent poging, daderschap en medeplichtigheidtoereken baarheid en samenloop van misdrijven geene toelichtende be schouwingen aan. Men heeft hier alweder zich tevreden gesteld met slechts den tekst der in de wet daarover handelende artikelen over te schrijven. Wel zien wij op bladzijde 264 vermeld, welke de vereischteu zijn voor strafbare poging, welke uit de toelichting van het Nieuw Straf wetboek in Nederland letterlijk zijn overgenomen, doch of zij die zich wenschen voor te bereiden voor het officiers-examen (waarvoor de Handleiding hoofdzakelijk is geschreven) na lezing, zelfs her lezing, van de bladzijden 265 269 dienaangaande een eenigszins juist begrip zullen hebben, betwijfelen wij ten zeerste. Artikel 3 van het W. v. 8. voor Europeanen en Inlanders spreekt van: „eene door uiterlijk bedrijf geblekene en door begin van uit voering gevolgde poging tot misdrijf." Wij stellen ons het navolgende geval voor: A. heeft het voornemen opgevat B. dood te schietenhij schaft zich daarvoor een geweer aan koopt kruit en lood, begeeft zich in hinderlaag en B. ziende loopen, richt hij mot gespannen haan het geweer op A. Intusschen grijpt C. het geweer, zoodat A. iu zijn voornemen, om B. dood te schieten, wordt verijdeld. Kan in casu het verschaffen van de middelen om B. dood te schieten, het zich in hinderlaag begeven dan wel het aanleggen van het geweer op den persoon dien men vermoorden wil, als een begin van uitvoering van den moord worden aangemerkt Bestaan iu al die handelingen de kenmerken van strafbare poging Welke daden, door A. bereids verricht, moeten onder uiterlijk be drijf en welke onder een begin van uitvoering worden gerangschikt Wat is b. v. bij diefstal als begin van uitvoering te achten? A- heeft het voornemen diefstal ten huizo van B. te plegen; door gewelddadige middelen (braak, inklimming) heeft hij zich reeds den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 67