59
Waarom de geschiedenis van het Militaire Recht in deze nieuwe
uitgave niet voorkomt, vatten wij niet bestevenmin zien wij de nood
zakelijkheid in van het op bladzijde 5 gegeven kort overzicht van de
wijze, waarop een strafproces voor den burgerlijken strafrechter
wordt gevoerd. Welk nut heeft het, dat in een handleiding ten ge-
bruike bij de uitoefening der militaire rechtspleging aan de be
oefenaars van het militair recht wordt bekend gemaakt de wijze van
procedeeren, zooals die is voorgeschreven in het reglement van
strafvordering?
Het voorbericht geefc ons daarop geen antwoord.
O. i. is het voorzeker in de eerste plaats noodig dat men vooraf
in keunis worde gesteld met de geschiedenis van de militaire wet
boeken en hoe die in Nederland en in Indië ontstaan zijn.
Een beknopt overzicht van onze militaire strafwetgeving en de
geschiedenis harer wording en vaststelling mag voorzeker in een
handleiding niet gemist worden. Het ligt voor de hand om bij het
begin van het exameu aan den aspirant-officier de vraag te stellen:
meld ons eens in korte trekken de geschiedenis onzer militaire straf
wetgeving. Het antwoord mag dan niet luiden: „wij weten er niets
„van; in de Handleiding, ons ten gebruike gegeven, vinden wij er
„niets over geschreven.
De wijze van procedeeren, zooals die in den tegenwoordigen tijd
voor den burgerlijken strafrechter plaats vindt, zal voor den beoefenaar
van het militair recht evenmin van eenig nut kunnen zijn als de manier
van procedeeren in een burgerlijk geding voor den civielen rechter.
Herhaalde malen merken wij in de Handleiding de juiste opmer
king op, dat deze en gene bepaling der militaire Rechtspleging
gegrond is op de beginselen van het oud-Hollandseh rechtwaaruit
wij mogen aannemen dat de wijze van procedeeren in het Reglement
bij de Landmacht voorgeschreven niet behoorlijk kan verstaan worden
zonder kennis gemaakt te hebben met de manier van procedeeren in
het oud-Hollandsch recht voorgeschreven; nochtans wordt die weten
schap ons onthouden en daarvoor in de plaats gesteld een overzicht
van de wijze, waarop men volgens de thans vigeerende strafvordering
procedeert, welk reglement geenszins in het kader der militaire rechts
pleging past.