71 een afzonderlijk Nederlandsch-Indisch leger. En zoolang nu de amal gamate van die twee nog niet heeft plaats gehad, zoolang is hij, die tot het Nederl.-Indisehe leger behoort, niet begrepen in de for matie van een der korpsen van de armee, waarvan art. 2 C. W. spreekt. Aan de stelling, dat de Nederlandsch-Indische militairen niet. aan de rechtsmacht van den Nederlandschen Rechter zijn onderworpen, staat geenszins in den weg de slotbepaling van het C. W., dat dit Wetboek ook van kracht is in de Oost- en West-Indische bezittingen, vermits die bepaling geene uitbreiding beoogt van de rechtsmacht van den Nederlandschen militairen rechter, maar alleen dezelfde militaire strafwetgeving aan de Nederlandsche koloniën geeft als die in het moederland, waarvan alzoo alleen het gevolg is, dat, evenals in Nederland, de vraag, wie aan de rechtsmacht van den Nederl. militairen rechter zijn onderworpen uit art. 1 en volg. C. W. moet worden beantwoord, zoo ook de rechtsmacht van den Nederl.-Indi- schen rechter, waar dit niet uitdrukkelijk anders is bepaald; evenmin is met het betoogde in strijd de bepaling van art. 49 P. I. dat het Hof zijne jurisdictie in de geheele uitgestrektheid van het grondgebied van den staat uitoefent, daar dit artikel alleen ten doel heeft den omvang van het rechtsgebied van het Hoog Militair Ge rechtshof te omschrijven, maar niet te bepalen, welke personen aan de rechtsmacht van dat college zijn onderworpen. Van geene andere meening is Mr. Pols, die tot dezelfde conclusie komt, dat, na hunne indeeling en tot aan hunne afvoering bij en van het koloniaal werfdepot, de in Nederland voor Indië bestemde militairen aan de Nederland- sche militaire wetten blijven onderworpen; na hunne afvoering bij inscheping en tot aan hunne nieuwe indeeling bij terugkeer behooren zij daarentegen niet tot de^ Nederlandsche landmacht en zijn zij mits dien niet aan de Nederl. militaire wetten noch aan den Nederland- schen militairen rechter onderworpen. Heeft alzoo een militair, die met verlof in Nederland vertoeft, een delict aldaar begaan, zoo is de Indische] militaire rechter de bevoeg de rechter, welke van het feit keunis zal moeten dragen en daarover uitspraak doen, alsmede in zake van eenig misdrijf, door koloniale militairen aan boord van een naar Nederland terugkeerend schip (b. v. te Port Said) gepleegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 82