83
Eenige bijzonderheden betreffende het inwendig beheer mogen hier
eene plaats vinden.
Des nachts is er één korporaal belast met het algemeen toezicht
hij moet gedurende dien tijd met eene lantaarn rondloopen slechts nu
en dan mag hij in het wachtlokaal vertoeven; met de reveille is zijn
taak afgcloopen en is hij dan verder den geheelen dag vrij van dienst.
In iederen stal is een stalwacht, die zich, om de paarden niet in
hunne nachtrust te storen, gedurende den nacht niet in den stal mag
ophouden; hij begeeft zich ter ruste in vertrek a (zie fig. 1).
Het personeel, uitgezonderd het kader, is gekleed in een werkpak,
bestaande uit de politiemuts, een wit buis met staanden kraag, het
welk veel overeenkomst heeft met de zoogenaamde Singapore-jas, een
witte broek en vetlaarzen.
Het kader is blijvend; de wachters zijn óf miliciens of plaatsver
vangers; slechts enkele vrijwilligers vindt men onder de ongegradu-
eerden; ze worden nimmer allen tegelijk afgelost, zoodat er steeds
oud personeel is als er nieuw komt.
Tot de wachters behooren1 hoefsmid (om de hoeven te snijden),
1 timmerman, 1 wagenmeester, 1 wegwerker en 1 lampenist. Deze
geëmploieerden doen wacht mede, doch worden over dag afgelost.
Het remonte-depot voert de gewone eskadronsadministratie en
heeft een rekening-courant met de Hoofdadministratie van het 1° regi
ment huzaren.
Aan den directeur is geen onderdirecteur toegevoegd. Het Mini
sterie van Oorlog heeft er zich alleen toe bepaald een officier aan
te wijzen, die, in geval van langdurige absentie van den directeur,
diens werkkring moet waarnemen en die dus steeds voorbereid moet zijn.
Bij korte absenties wordt het beheer over het remonte-depot
echter gevoerd door den daarbij geplaatsten paardenarts.
De directeur heeft tot oumiddellijken chef den Minister van Oorlog,
terwijl al het personeel, ook dat van den geneeskundigen en vétéri-
nairen dienst, rechtstreeks onder zijne bevelen staat.
Yelp, November 1888.
ritmeester.
L. J. DE VlLLENEUVE,