94 butiën, doch nooit meer dan 7.50 per hoofd als gemiddelde. Het overschot wordt geboekt onder de overschotten van ontvang sten en wordt gebruikt wanneer het geraamde aantal sterfgevallen wordt overschreden. Alleen wanneer ook dit fonds is uitgeput wordt eene extra-premie gevraagd. Bedraagt echter het aantal sterfgevallen minder dan 11 °/0, zoo wordt het niet gebruikte van de jaarlijksche premie te goed geschre ven voor elk lid. In de tweede plaats keurde men de vijfjaarlijksche verhooging, tot het 65c jaar toe, af. Deze verhooging van contributie moest vroeger ophouden. Het kwam den voorsteller onbillijk voor dat een jong officier, die op 21 jarigen leeftijd lid is geworden, op zijn 46ejaar dezelfde premie betaalt als een ander, die pas op zijn 45e jaar is toegetreden Men vreesde dat door dit stelsel de jonge officieren van de Ver- eeniging verwijderd zouden blijven. Het bestuur antwoordde daarop, dat een eerst vereischte voor het bestaan van de Vereeniging is dat zij op hechte grondslagen rust, welke alleen gevonden worden in deze wijze van contributiebere kening. Alleen het beginsel van premieberekening naar den leeftijd is jogisch en billijk; dit beginsel te verzaken, staat gelijk met het scheppen van eene toekomst vol toevalligheden en gevaren. In de derde plaats beweerde men dat, daar de jaarlijksche premie toeneemt in reden van het aantal leden, het in het belang van dezen is dit aantal zoo laag mogelijk te houden. De onjuistheid dezer opmerking komt het best door een voorbeeld aan het licht. Stel dat de uitkeering f 7500 (het maximum) bedraagt en dat het aantal leden 1200 is. Op den len Januari 1887 bedroeg de gemiddelde contributie f 8,90 zoodat eene totale contributie, naar dien maatstaf, ontvangen wordt van 10 680. Op 1200 leden komen voor 18 sterfge vallen, zoodat aan premie wordt ontvangen ƒ10 680 X 18 192 240. Uit deze som kunnen 25 uitkeeringen bestreden worden, welke met het bedrag van overschotten van ontvangsten gerust op 26 mogen worden gesteld. Elk lid is dus nu vrijgesteld van de betaling van 26 18 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 100