10B liever afgedaan zag met 'n gewoon couvert) doch dan ook, onverschillig of het een jeugdig dan wet een bejaard officier betreft. Wat ondervinding aangaat ligt het voor de hand, dat in het algemeen de langer gediende zijn jeugdigen makker de baas is. Hiermede acht ik dit onderwerp voldoende toegelicht; ik wilde alleen doen uitkomen, dat het niet aangaat om zich op zoo'n gemakkelijke wijze te bevoordeelen ten koste van anderen. Er zullen, dunkt me, wel andere, meer rechtvaardige middelen gevonden kunnen worden om de promotie weer in het rechte spoor te brengen. Te dikwijls wordt, bij dergelijke mijmeringen, vergeten dat ook zij, die thans op leeftijd komen, hun deel van het slechte avancement ruimschoots genoten hebben, en dat velen van hen het leger reeds zouden verlaten hebben, indien de promotie niet zoo traag ware geweest. Mei 1889. L. Instelling van Raden van Eer in hel Belgische Leger. Bij Kon. besl. van 25 April 1889 zijn bij de verschillende regimenten van het Belgische leger eeregerichten in 't leven geroepen, in deuzelfden geest als de reeds bij meerdere andere Europeesche legers bestaande. Reeds bestonden in België sedert 1836 de Raden van Onderzoeksamen gesteld uit zeven leden en aangewezen om advies uit te brengen over officieren, beschuldigd van ernstige, doch niet hij de wet voorziene vergrijpen, waar door de eer en het aanzien van het krijgsmansberoep werden aangerand. Er zijn echter ook handelingen, die, hoewel van minder ernstigen aard dan de hierboven bedoelde, toch de eer of de waardigheid van een officiers korps in gevaar kunnen brengen; dergelijke handelingen nu zullen dooi de Raden van Eer worden onderzocht. Bij elk regiment wordt zulk een raad samengesteld uit den luitenant kolonel, een door den regimentscommandant aan te wijzen majoor, en één officier van elk der andere rangen, gekozen door zijne kamaraden. Voor elke afzonderlijke zaak wordt uit dien raad eene commissie benoemd van drie leden, wier rang zich regelt naar dien van den beschuldigde. Is deze laatste een hoofdofficier, dan wordt een bijzondere Raad van Eer bijeengeroepen op last van den Minister van Oorlog. De Raad van Eer komt slechts bijeen op last van den korpseom- raandant. Elk officier kan schriftelijk kennis geven van handelingon van een ander officier, die hem voorkomen de waardigheid van zijn stand zoodanig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 109