108 vonden. Nadat deze vernield waren, keerden de pradjoerits en Ki- kimmers naar Boengamaas terug. Dra gam vestigde zich nu (23 Juni) te B in gin (aan de Moesi tusschen Moeara Klingi en MoearaSemangoes). Deze plaats, welke uit zichzelve reeds goed verdedigbaar was, werd onmiddellijk verschanst en de gansche omliggende bevolking werd, onder zware bedrei gingen, opgeroepen om zich onder de vanen te scharen van D rag a m, die te Bingin onoverwinnelijk" was. Deze zond boden aan Radja Tiang Alam, met verzoek zich met hem te vereenigen. De bevolking hield zich echter neutraal, den loop der gebeurtenissen afwachtende. Zoodra De Brauw bericht van Dragam's vestiging te Bingin ontving, begreep hij dat met den meesten spoed moest worden ge handeld; er waren niet meer dan 150 koelies beschikbaar, maar „100 „man, dadelijk gezonden, zouden van meer uitwerking zijn dan het „dubbel aantal acht dagen later". Er werd dus eene colonne geformeerd van 110 infanteristen (55 van het 7e bataljon en 55 van het garnizoensbataljon), benevens 1 handmortier met 4 artilleristen. „Met terzijdestelling van alle „particuliere consideratiën" werd het bevel over dien troep toevertrouwd aan den lcn luitenant Prager, die door zijne excursiën op de Moesi veel terreinkennis bezat en ook al de hoofden persoonlijk kende. De le luitenant J. Gr. van Imbijze van Batenburg en de 2e luitenant K. van der Heijden werden hem toegevoegd. Aan den militairen commandant van Teb i n g Tinggi werd (over Lab at) kennis van De Brauw's plannen gegeven, met opdracht om, indien hij nog niets had gedaan, eenige troepen tot ondersteu ning van Prager af te zenden. Deze kwam in den avond van 2 Juli in de uabijheid van Bingin aan. Den volgenden ochtend debarkeerde hij met Van Imbijze van Batenburg, 70 infanteristen en den handmortier; 40 man bleven onder Van der Heijden op de prauwen achter, om den vijand te beletten langs de Moesi te vluchten en ook om later eenige bentings aan den rechterrivieroever te nemen. „Deze regeling", zegt De Brauw, „was zeker verkeerd; Prager „had liever zoo sterk mogelijk moeten debarkeeren, om het succes

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 114