117 eene bende v;m die P a s o e m a he r s verzameld, welke hij tot zich lokte met de toezegging dat zij de rijke doesoen Poeloe Pangong (ten N. O. van Moeara Bliti) zouden mogen plunderen. Te Moeara Empajang, eene doesoen in Pasoemah Oeloe Lin- tang, gaf hij groote hanengevechten; met hen, die bij dergelijke feesten al hun geld en goed verspeelden, was het steeds gemakkelijk, met vooruitzicht op buit, rooftochten te organiseeren. Den 30en Augustus kreeg Yan den Bossche de tijding, dat Radja Tiang Alam een 250-tal Pasoemahers verzameld had, waarmede hij een inval op ons gebied zou ondernemen. Het was onzeker, welken weg hij nemen zou volgens sommigen zou hij K i k i m in opstand brengen, volgens anderen naar Bliti trekken, weder volgens anderen zich in B i n g in vestigen. De hoofden van A m p a t L a wa n g hadden hem den doortocht geweigerd. De later ontvangen berichten uit her, Blitische meldden dat de Imam van Djoekoeng reeds 200 man bijeen had. Haar aanleiding van een en ander werden de volgende militaire maatregelen genomen. Den len September vertrok een detachement van 100 man onder kapitein J. W.C. van Langen naar Kikim; den 2™ een detache ment van 90 man en 30 pradjoerits, onder den len luitenant B. F. E. J. Klamberg naar Loeboe Besar en Bliti. De Pluitenant J. C. W. Prager, die zich nog met een detachement van 100 man op de Moesi, nabij Moeara Kling i, bevond, werd uitgenoodigd Poeloe Pangong te beschermen en verder stroomopwaarts een overtocht des vijands over de Moesi te beletten. Inmiddels had Radja Tiang Alam reeds den 31en Augustus Kikim bereikt. Hier vond hij niet de minste hulp bij de bevol king; bij zijn doortocht in de richting der vroegere verblijfplaatsen van Dragam, aan de Semangoes, werd hij zelfs bij Tandjoeng Bindo door haar aangevallen, waarbij van weerskanten eenige dooden en gewonden vielen (1 September). Hij werd den volgenden dag door kapitein Yan Langen vervolgd, totdat men in de bosschen zijn spoor bijster werd. Uit gebrek aaD voedsel kon hij het daar zeker niet lang uithouden. In denzelfden tijd (1 en 2 September) had Klamberg de bende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 123