120 15™ hoogstens nog 150 man bedragen en zou hij met slechts 50 man in Redjang aangekomen zijn. Eenige achterblijvers wer den met de wapens in de hand gevangen genomen en gefusilleerd. Yoor eiken Pasoemaher, die dood of levend aan het bestuur zoude worden uitgeleverd, werd eene premie van tien gulden uitgeloofd. Radja Tiang Alam had blijkbaar in het Blitische hulp bekomen om te kunnen ontvluchten; doch het uiteendrijven van den aanhang van den Imam van Djoekoeng vóór zijne komst had zijne po gingen om opstand te verwekken geheel verijdeld. Over den afloop kon men alzoo van onze zijde wel tevreden zijn, vooral omdat bij deze gelegenheid de goede houding der Am pat Lawangersen Kikimmers duidelijk in het licht getreden was. Tot geruststelling der handelaren werd voorloopig een detachement troepen met eenige pradjoerits te Moeara Bliti geplaatst. Dat men in Pasoemah Oeloe Lintang zeer op Radja Tiang Alam gebeten was zoowel omdat de schoone beloften, die hij aangaande den te behalen buit gedaan had, niet verwezenlijkt waren, als omdat velen bij de expeditie het leven hadden verloren bleek duidelijk uit het feit dat drie personen, die daar voor de vrouw van Radja Tiang Alam hoenders kwamen koopen, ver moord werden. Yan de aanwezigheid der troepen te La hat maakte De Bra uw gebruik om het district Semindo, waar in vier doesoens sedert drie jaren verzet tegen de door het bestuur getroffen regelingen be stond, tot gehoorzaamheid te dwingen, en hiermede dit district weder te kunnen opnemen in de A toer an s in d a n g m a r di k a (Regeling der vrije grensbewaking), waarbij de bevolking vrijgesteld was van heerendiensten, cultuurdiensten en landrente, maar daarentegen belast was met de handhaving der grenspolitie, het opvatten van vluch telingen en het waken tegen vijandige aanvallen van buiten. Ten einde bedoeld verzet te overwinnen, rukte (16 September) eene compagnie, onder kapitein E. "WMeijer, met een detache ment pradjoerits van La hat uit. Zij was den 18™ te Pan dan Doel an g aan de Enim vereenigd, hield den 19en rustdag en ging, langs een zeer moeielijken weg, den 20eu in zuidwestelijke richting

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 126