132 lang geleden door de veelvuldige invallen van Kisam-en Semi n do- bewonersalle doesoens waren 2 a 3 malen door brand vernield; in December 1847 werden zelfs 4 doesoens tusschen Batoe Radja en Palembang afgeloopen en beroofd. Doch sedert de invoering van het Europeesch gezag en het stationneeren van een goed korps pradjoe- rits te Batoe Radja waren die gevallen langzamerhand verminderd en ook hier behoorden zij sedert een paar jaren geheel tot het verledene. De rust, die hier thans heerschte, gaf groote uitbreiding aan den landbouw. Was vroeger alleen de grond in den onmiddellijke» om trek der doesoen bebouwd, nu durfde men verder gaan, en konden aanzienlijke hoeveelheden rijst naar de hoofdplaats Palembang ten verkoop worden gebracht. Dé doesoen Batoe Radja telde reeds 120 zeer goede, met pannen gedekte huizen. Wel had De Brauw het recht, den 14eu Juli, toen hij alle hoof den, waaronder ook die van Sernincbo en eenige van Komering Oeloe, om zich verzameld had, dezen te wijzen op de weldadige uit werking van het Europeesch bestuur! Den 17en Juli kwam De Brauw ter hoofdplaats Palembang terug, zeker meer dan ooit overtuigd dat hij de bevolking geen be teren dienst kon bewijzen dan door haar te beveiligen tegen stroop tochten van de grensbewoners. Hiertoe moest weldra weder naar de wapens gegrepen worden, toen de berichten uit M a k a k a u (1) waarmede het bestuur nog steeds op een gespannen voet stond, zie het deswege in de beide vorige hoofd stukken medegedeel de ongunstiger werden. Den len Augustus 1853 vernam de resident, dat Ali Sakti, een volgeling van Radja Tiang Alam, met omtrent 400 Pasoe- mahers naar Mak a k au trekken zou om pangeran Poe ting, hoofd van dat landschap, op diens verzoek te hulp te komen en invallen in het naburig Gouvernements grondgebied te doen. De Brauw begreep nu dat het zaak was, niet langer te toeven met de bestraf fing van Makakau „voor zijn 23-jarig verzet". Hij vertrok daarom reeds den 4en Augustus met eenige troepen die, met een gedeelte van het garnizoen van Moeara Doea, eene co- (1). In de vorige hoofdstukken is enkele malen verkeerdelijk gedrukt „Makakan" Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 138