133
lonne van 240 soldaten en pradjoerits zouden vormen. De troepen
maakten de reis langs de Ko me ring, de resident over Ba toe
Radja. De onderweg ontvangen tijding dat Ali Sakti nog geen
volk had kunnen bijeenbrengen, deed nog meer spoed betrachten,
en den 13e" Augustus was de colonne te Moera Doea bijeenhier
verliepen nog eenige dagen met het bijeenbrengen van koelies en het
treffen der verdere noodige voorbereidingen, zoodat men den 20™ den
marsch naar Makakan aanvaarden kon. Den 23en werd Poeloe
Br in gin bereikt, dat na eenige schoten met overhaasting door de
bevolking verlaten werdden volgenden dag zond de resident zijne
zendelingen uit0 om de bevolking zoo mogelijk zonder wapengeweld
tot onderwerping te brengen.
Alleen de doesoen Ajer Kroë weigerde ronduit en werd diens
volgens den 26™ door de pradjoerits in de asch gelegd. Men vernam
dat de pangeran Poeting zich, met een gedeserteerd pradjoerit die
zich als poejang opgeworpen had en met de bevolking van Ajer
Kroë, te Poeloe Kepajang, op Bengkoelensch grondgebied,
versterkte; den 28™ Augustus werd een detachement van 85 man der
waarts gezonden, om hen te verdrijven. Op de aankomst van deze
troepen staken de muiters zeiven Poeloe Kepajang in branden
namen zij de vlucht.
Terwijl de colonne nog tot den 4en September te Poeloe Brin-
gin vertoefde, kwamen achter volgens al de doesoens van Ma kak au
met uitzondering van Poeloe Bringin en AjerKroë, welker be
woners afwezig bleven in onderwerping en volbrachten zij de hun als
boete opgelegde levering van een karbouw per doesoen. Pangeran
Poeting werd als pasirah ontslagen en door een der proatins vervan
gen. Aan de onderworpen doesoens werd de sinds 23 jaren onbetaald
gebleven landrente kwijtgescholden.
De resident vertrok den 7™ met de colonne naar Moeara Doea,
de hoofden van Makakau met zich voerende. Hier werd den 12™
eene algemeene vergadering gehouden, waarbij ook de hoofden van
Komering Oeloe, Ran au en Kisam tegenwoordig waren. Hier
werden de nieuwe pasirah, onder den naam pangeran Sindang
Hegara, met zijne doesoenhoofden in hunne functiën bevestigd
en de atoeran sindang mar dik a door hen beëedigd.