- 135
De hoofden van Pasoemah Lebar, naar aanleiding van deze
gebeurtenis door den controleur te La hat ontboden, verschenen
hier in het laatst van October. Die controleur ging, in zij De onder
handelingen en gesprekken met die hoofden, op minder beleidvolle
wijze te werkhij maakte hen in hooge mate bevreesd voor de
gevolgen van den inval van Ali Sakti, en dreigde het gansche
landschap Pasoemah deswege met de wraak van het bestuur.
Het gevolg hiervan was dat de hoofden, zoodra zij in Pasoemah
Lebar waren teruggekeerd, begonnen verscheidene doesoens te ver
sterken; en eenig kwaad volk, in troebel water visschende, pleegde
in November 1853 een rooftocht op ons grondgebied, waarbij een per
soon van Goemai Lembak werd vermoord, terwijl 2 vrouwen en
2 kinderen geroofd werden.
Deze gebeurtenis rakelde de oude, in September 1852 geëindigde
veeten tusschen Goemai en Pasoemah weder op. De broeder
van den vermoorde, wraak willende nemen op de Pasoemahers,
vermoordde bij vergissing een persoon uit Moelak Oeloe, dien hij
voor een Pasoemaber had aangezien. Strijdkrachten werden nu in
Moelak Oeloe bijeengebracht om dezen moord te wreken, zoodat
de controleur in Lematang Oeloe met een detachement van 50
soldaten en eenigepradjoerits naar Penantian in de marga Pagar
Goenoeng vertrekken moest om feitelijkheden te voorkomen.
Door een en ander waren de zaken langs de grens van L e m at a n g
Oeloe zeer ingewikkeld geworden, en De Brauw vreesde dat het
beleid en de invloed van den controleur te Lahat te kort zouden
schieten om alles weder in het reine te brengen. Die controleur had
bij zijne handelingen niet genoeg de maatschappelijke toestanden van
Pasoemah Lebar in het oog gehouden, niet bedacht dat de over
eenkomsten dikwijls, tegen den wil de hoofden, door slechte menschen
geschonden kunnen worden. Hij had op herstel van het gepleegde
kwaad moeten aandringen en bestraffing volgens de adat van de
schuldigen moeten eischen; in stede daarvan had hij de hoofden tegen
het bestuur in het harnas gejaagd.
Terwijl in Ampat Lawang binnenlandsche onlusten heerschten,
door Radja Tiang Alam ondersteund en aangemoedigd, was
