8 - „Indien het met mogelijk is, de colonne van Bengkoelen daar van te voorzien, dan geef ik in overweging haar liever niet op Palembangsch grondgebied te brengen, want eene rugwaartsche be- weging zou voorzeker eene nadeelige uitwerking hebben op den stand van zaken naar deze zijde'' Naar aanleiding van deze beschouwingen en overeenkomstig het advies van het militair departement bepaalde de Gouverneur-Generaal (missive van 13 Maart 1852 N° 843, van den algemeenen secretaris) dat, aangezien het niet mogelijk was de voor Bengkoelen nog noodige koelies tijdig te verzamelen en te verzenden, de voorgenomen diversie achterwege, maar de daarvoor bestemde troepen op Beng- koelensch grondgebied in observatie zouden blijven, gelijk dan ook (nabij S o e r o) geschiedde. „Gelukkig mag men het noemen" zoo schreef D e B r a u w later in zjjn algemeen verslag „dat de colonne (van majoor Je ek el) met hare 100 Madureesche koelies de grenzen niet is overgetrokken, want toen zij later (na afloop van De Brauw's tocht naar Ampat Lawang) van Rindoehati (Soero) naar Bengkoelen moest retour- neeren, kon zij niet terugtrekken omdat alle koelies maar juist genoeg waren om 20 zieken terug te brengenzij moest eerst de terugkomst der koelies afwachten. Eene colonne van 300 man, die voor 6 dagen levensmiddelen medeneemt, de noodige reservemunitie en twee hand mortieren medevoert en nog voor eene ambulance en eenige tandoes moet zorgen, kan niet met minder dan 350 a 400 koelies marcheeren, want men moet bedenken dat ook levensmiddelen voor de koelies moeten medegevoerd worden, en buitendien moet men ook voorzichtig heidshalve op ziekte onder de koelies rekenen. „De colonne bleef „dus in observatie op de grenzen; zoo al haar nut niet zoo groot is geweest, „zoo was hare positie zeker niet onvoordeelig voor de operatiën, omdat „de vijand het mogelijke of onmogelijke van haar oprukken niet kon „berekenen." Ihans overgaande tot de vermelding der voorbereidingen tot de expeditie naar Ampat Lawang, door De Br au w getroffen, dienen wij in de eerste plaats mede te deelen welke positiën, in het begin van 1852, achtervolgend door de troepen werden ingenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 14