157
het jaar, waarin zij hun 20° levensjaar volbrengen.
Een jaar uitstel kan worden verleend. Ook kan aan jongelieden
van krachtigen lichaamsbouw vergund worden hun dienstplicht op
hun 18e of 19® levensjaar aan te vangen.
10. In dit artikel worden de vrijstellingen van clen dienst in tijd,
van vrede geregeld, terwijl in
11. De gevallen zijn opgenomen, waarin uitstel van iverkelijken
dienst wordt verleend.
12. Uitgesloten van den dienst worden zij, die onwaardig geacht
worden bij de land- of zeemacht te dienen; tijdelijk uitgesloten zij,
die zich in verzekerde bewaring bevinden of wien tijdelijk het recht
is ontzegd bij de gewapende macht of als militair geëmployeerde
te dienen.
13. Bevat bepalingen op de ontheffing van den icerkélijken dienst,
die telkens voor één jaar verleend kan worden, b. v. aan de geeste
lijken en bedienaren van den godsdienst.
14. Het Rijk wordt verdeeld in recruteeringsdistricten. De distric
ten voor het veldleger leveren elk de dienstplichtigen voor 2 actieve
bataljons infanterie.
De districten voor de bezettingstroepen zijn gelegen in de nabij
heid der betrokken stellingen.
De dienstplichtigen te land van andere wapens als de infanterie
en de dienstplichtigen ter zee kunnen uit alle districten worden
genomen.
15. Aan het hoofd van elk district staat een districtscommissaris
hoofdofficier der infanterie. Aan hem is toegevoegd een districts
adjudant -■ luitenant der infanterie. De commissaris vervult de func-
tiën, thans aan den militiecommissaris en den provincialen adjudant
opgedragen.
In oorlogstijd worden de districtscommissarissen vervangen door
gepensionneerde officieren.