159 en visscherij worden verleend, onverminderd de verplichting tot deel nemen aan de herhalingsoefeningen. 23. Dienstplichtigen met verlof zijn gehouden, wanneer zij zich voor meer dan drie weken van de plaats hunner inwoning verwijderen, van hun vertrek en hunne terugkomst kennis te geven. Geen dienstplichtige met verlof mag, nadat hei hevel tot mobilisatie van het leger is uitgevaardigdde plaats zijner inwoning verlaten, in dien hij door die verwijdering niet op het bepaalde tijdstip onder de wapenen zou kunnen komen. 24. De dienstplichtigen, die hun diensttijd bij het leger of de actieve zeemacht hebben vervuld, gaan over bij de landweer of de zeeweer en blijven vijf jaar daartoe behooren. De land- en zeeweer is in tijd van vrede in den regel niet tot het houden van oefeningen verplicht. Uit de landweer worden gevormd a. bij de infanterielandweer-veldbataljons en landweer-vesting- bataljons b. bij de artillerielandweer-vestingbataljons. De landweer dient als reserve voor het leger. Uit haar worden tevens gevormd bataljons tot kust- en grensbewaking. De bataljons landweer worden geëncadreerd a. met het kader, dat in de landweer aanwezig is; b. met het kader, dat beschikbaar komt van inrichtingeu bij het leger c. met officieren van het Nederlandsch-Indische leger, met verlof in Nederland d. met gepensionueerden, die een rang of graad bij het leger hebben bekleed en nog bruikbaar zijn; e. met personen, die zich vrijwillig aanmelden en een rang of graad bij het leger hebben bekleed. De zeeweer, die evenals de landweer in het bezit is van militaire kleeding, komt op in de verschillende maritieme positiën en wordt als reserve der zeemacht gebezigd. 25. De dienstplichtigen, die hun diensttijd bij de landweer of de zeeweer hebben vervuld, gaan over bij de reserve van de landweer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1889 | | pagina 165